Mijn lichaam was jouw huis en zal er altijd voor je zijn

Hoe oud je kinderen ook zijn, jij zult altijd hun veilige haard zijn, waar ze weten dat er altijd iemand is die van hen houdt.
Mijn lichaam was jouw huis en zal er altijd voor je zijn
María Alejandra Castro Arbeláez

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog María Alejandra Castro Arbeláez.

Laatste update: 23 februari, 2019

Mijn lichaam was jouw huis, jouw nestje, jouw schuilplaats, jouw tijdelijke woning gedurende negen maanden. Sindsdien is mijn huid je warmte, je beschutting en je troost. Door je tegen mij aan te houden, kan ik je vertellen dat ik altijd bij je zal zijn.

En zo zal het zijn, mijn kind, ik zal bij jou zijn wanneer je maar wilt. Ik zal er zijn tot het moment dat je sneller rent dan ik. Ik ben er voor jou tot de dag dat je niet langer mijn hand hoeft vast te houden wanneer je naast me loopt. Maar ook daarna ben ik er voor jou, altijd…

Er zijn gegarandeerd veel mama’s en papa‘s die dit lezen en de tijd missen toen hun baby hun nabijheid zo hard nodig had. Die maanden waarin onze baby zich tegen ons aan nestelde. We luisterden naar zijn fluisterende ademhaling, zijn snikjes. We voelden zijn kleine handje die één van onze vingers omklemde…

Die dagen gaan snel voorbij, dat weten we. Bijna als een zucht, als een briesje dat komt en gaat, en ons alleen een herinnering nalaat. Maar toch, ons lichaam, onze nabijheid, is  tot voorbij zijn derde levensjaar  nog steeds nodig en belangrijk voor ons kind.

Na het derde levensjaar, zo vertellen specialisten ons, eindigt de periode van “uitwendige draagtijd” of “ontwikkeling buiten de baarmoeder”. Strategieën om bijvoorbeeld op de handigste manier je baby te dragen, verliezen hun belang.

In Je bent mama, willen we je vertellen over het belang jouw lichaam als veilige schuilplaats voor de baby te handhaven, ook na de zwangerschap. Maak van jouw schoot en jouw huid een veilige plek waar je kind zich veilig voelt om gelukkig door te groeien.

Mijn lichaam is jouw huis, zolang je wilt

Kinderen zijn wijs en weten wat hun basisbehoeften zijn. Het is daarom onze taak om ze goed te begrijpen en te beheren.

Het is prima wanneer ons kleintje van 3 of 4 jaar oud vraagt om vastgehouden te worden. Die momenten van knuffelen, vaak niet langer dan vijf minuten, bieden troost en zorgen ervoor dat ons kind zich geliefd voelt. Na een lekkere knuffel zal hij weer vol enthousiasme en energie terug gaan naar zijn spel.

We zijn ons ervan bewust dat het soms niet gemakkelijk is: ze worden steeds zwaarder, we moeten af en toe even ophouden waar we mee bezig zijn om ze op te tillen of te dragen. ze willen even met ons praten, wat aandacht. En dat juist op het moment dat we druk zijn of andere dingen te doen hebben.

Maar onthoud, de tijd dat ze in jouw armen willen zijn, gaat gauw voorbij. Geniet er dus maar van!

Draag hem op je lichaam, neem hem overal mee naar toe in die vroege levensjaren

Draag hem op je lichaam

Baby’s worden geboren met een slecht ontwikkeld brein. De neurale verbindingen in de hersenen van een baby vertegenwoordigen nauwelijks 25 procent van wat kan worden bereikt in de volwassenheid.

Er is anderszijds iets wat we niet over het hoofd moeten zien: gedurende de eerste 3-4 jaar van het leven bereiken de hersenen hun maximale potentieel. Ze maken in deze korte tijd bijna 1.000 biljoen neurale verbindingen maken.

We moeten van deze fase profiteren en daarom is er niets beter dan je baby zo veel mogelijk (binnen het redelijke) te dragen,

Als je een werkende moeder bent en geen andere keuze hebt dan een paar uur van je baby gescheiden te zijn, doe dan  het volgende:

  • Neem je baby in je armen en hou hem lekker tegen je aan zodra je thuis komt van je werk.
  • Neem je baby overal mee naartoe en zorg ervoor dat hij bij je je borsten kan komen.
  • Zonder het te beseffen, zal je kleintje er niet zoveel last van hebben wanneer jij naar je werk bent. Hij zal eraan gewend raken om te wachten. En zo gauw je hem tegen je aanhoudt, ben je weer volop bezig met die “uitwendige draagtijd”.

Mijn lichaam was jouw huis en je kunt altijd wanneer je het nodig hebt naar mijn schoot terug komen
Mijn lichaam was jouw huis en je kunt altijd wanneer je het nodig hebt naar mijn schoot terug komen

Als onze kinderen 6 of 7 jaar oud zijn, zijn hun levens gevuld met meer helden. Ze hebben hun leeftijdsgenoten, hun schoolvriendjes met wie ze spelen en nieuwe ervaringen delen. Hun wereld wordt groter en het lijkt net alsof wij er niet meer zo toe doen.

Maar je vergist je! Denk dat nooit want een moeder of een vader is altijd belangrijk voor een kind. Jij bent de oorsprong van je kind, de persoon die hem altijd vanuit het hart zal begeleiden. Je zult altijd oprecht en met liefde met hem praten.

Jij bent degene die altijd het beste met hem voor heeft en altijd zal proberen hem het beste van het beste te geven… een stukje hemel op aarde of een ster als het moet.

Wees niet ongerust als je van het begin af aan geborgenheid hebt geboden. Als jouw schoot altijd beschikbaar was om een lekker dutje in te doen, angsten liet verdwijnen en tranen af te drogen.

Want wanneer je kind 10, 12 of zelfs 20 jaar oud is, zal hij je dankbaar zijn en een stevige knuffel geven. Waarom? Gewoon om hem eraan te herinneren dat “alles goed zal komen”, “hij speciaal is”. Ook dat “overal een oplossing voor is” en dat er “altijd iemand is die van hem zal houden ”…


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Bowlby, J. (1986). Vínculos afectivos: formación, desarrollo y pérdida. Madrid: Morata.
  • Bowlby, J. (1995). Teoría del apego. Lebovici, Weil-HalpernF.
  • Garrido-Rojas, L. (2006). Apego, emoción y regulación emocional. Implicaciones para la salud. Revista latinoamericana de psicología, 38(3), 493-507. https://www.redalyc.org/pdf/805/80538304.pdf
  • Marrone, M., Diamond, N., Juri, L., & Bleichmar, H. (2001). La teoría del apego: un enfoque actual. Madrid: Psimática.
  • Moneta, M. (2003). El Apego. Aspectos clínicos y psicobiológicos de la díada madre-hijo. Santiago: Cuatro Vientos

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.