Niet-coeliakie glutengevoeligheid: diagnose en symptomen
Mensen met niet-coeliakie glutengevoeligheid (mensen die een reactie op gluten hebben zonder coeliakie te hebben), lijden aan een reactie van het immuunsysteem op gluteninname. Dit verschilt van coeliakie doordat er weinig of geen schade aan de darmvlokken is. Beide produceren echter spijsverterings- en extra-spijsverteringssymptomen en treffen vooral vrouwen.
Bovendien is het een pathologie die wordt gediagnosticeerd door uitsluiting, omdat de markers in het bloed negatief zijn en de betrokken genen onbekend zijn. Wat je meestal eert moet doen, is alle granen met gluten voor een periode van 4 tot 6 weken verwijderen.
Na deze tijd zullen artsen het opnieuw introduceren om te beoordelen of er sprake is van een verergering van de symptomen. Ze voeren dit protocol uit na uitgebreide tests om coeliakie en tarweallergie uit te sluiten.
En als gluten niet de enige oorzaak waren…
Onderzoek suggereert dat remmers van amylase-tripsynsine-enzymen en fructanen waarschijnlijk ook een rol spelen. Deze zijn te vinden in tarwe en sommige groenten.
Daarom bemoeilijken ze de spijsvertering door ervoor te zorgen dat de darmbarrière verzwakt en gefermenteerd wordt door microben, wat aanleiding geeft tot verschillende symptomen, zoals we hieronder zullen zien.
Welke symptomen heeft niet-coeliakie glutengevoeligheid?
Over het algemeen beïnvloedt het het spijsverteringsstelsel en veroorzaakt het misselijkheid, braken, gassen, buikpijn en zwelling, reflux, diarree of constipatie. Het volgende kan ook voorkomen:
- Gewichtsverlies
- De slechte opname van voedingsstoffen die leidt tot het optreden van bloedarmoede en steatorroe (aanwezigheid van vet in de ontlasting)
- Vermoeidheid
- Hoofpijn
- Huideczeem en jeuk
- Gewrichtspijn
- Stemmingswisselingen
- Groeiproblemen
Hoewel het alleen voorkomt wanneer een persoon gluten binnenkrijgt, is de ontsteking wijdverbreid. Dit komt doordat er allerlei stoffen worden uitgescheiden die de afgifte van histamine uit de weefsels stimuleren.
Dieetbehandeling van niet-coeliakie glutengevoeligheid
Bij zowel coeliakie als glutengevoeligheid is de enige effectieve behandeling een levenslang glutenvrij dieet. Dit betekent het vermijden van alle granen, zoals tarwe, rogge, gerst, kamut, bulgur en triticale.
Je moet zelfs haver vermijden. Dit ondanks het feit dat ze geen gluten bevatten, maar wel avenines. Deze zijn qua structuur vergelijkbaar, maar slechts 3% van de glutengevoelige mensen reageert er negatief op.
Bovendien, als de velden waar de haver wordt geoogst in de buurt van tarwevelden liggen, of als de fabriek zelf gluten gebruikt, kan er besmetting optreden.
Merk op dat gluten een eiwit is dat fabrikanten op grote schaal gebruiken als additief waarvan de functie is om te verdikken en elasticiteit en sponsachtigheid te geven. Sauzen, chocolade, worstjes, hamburgers of jam kunnen het dus allemaal bevatten. Hoewel sommige mensen denken dat ze nog een bepaalde hoeveelheid kunnen verdragen, is het nog te vroeg om te zeggen, vanwege een gebrek aan onderzoek over het onderwerp.
Het is ook raadzaam om de consumptie te vermijden van:
- Knoflook, uien en prei. Houd er rekening mee dat je ze kunt gebruiken als smaakmaker en ze later kunt verwijderen.
- Asperges en artisjokken.
- Paddestoelen.
- Kool, bloemkool en alle kruisbloemige groenten (broccoli, spruitjes, enz.).
- Cichorei.
- Erwten en avocado.
We kunnen concluderen door te stellen dat de niet-coeliakie glutengevoeligheid de afgelopen jaren is toegenomen. Om coeliakie en allergieën uit te sluiten, moet je een gastro-enteroloog raadplegen in geval van langdurig ongemak (minstens 2-3 maanden). Op deze manier kun je beginnen met het verwijderen van de voedingsmiddelen die het veroorzaken uit je dieet en je daardoor veel beter voelen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Ministerio de sanidad, servicios sociales e igualdad. (2018) Protocolo para el diagnóstico precoz de la enfermedad celiaca.
- Catassi, C; Bai, J; Bonaz B; Bouma, G; Calabrò, A; Carroccio, A et al. (2013). Non-Celiac Gluten Sensitivity: The New Frontier of Gluten Related Disorders. Nutrients, 5:3839-53
- Catassi, C; Elli, L; Bonaz B; Bouma, G; Carroccio, A; Castillejo, G et al. (2015). Diagnosis of Non-Celiac Gluten Sensitivity (NCGS): The Salerno Experts’ Criteria. Nutrients, 7: 4966-77.
- Reig-Otero, Y; Mañes, J; Manyes, L (2017) Amylase–Trypsin Inhibitors in Wheat and Other Cereals as Potential Activators of the Effects of Nonceliac Gluten Sensitivity. J Med Food, 1-8.
- Skodje,G; Sarna, V; Minelle, I; Rolfsen, K; Muir, J; Gibson, P et al (2018). Fructan, Rather Than Gluten, Induces Symptoms in Patients With Self-Reported Non-Celiac Gluten Sensitivity. Gastroenterology, 154:529-39.