Hoe weet je of je een kinesthetisch kind hebt?
Waarschijnlijk heb je wel eens gehoord over het indelen van kinderen als kinesthetisch, visueel, of auditief, afhankelijk van hun leervermogen. Maar gaat het hier om leerstijlen, individuele voorkeuren, of neuromythes? En bestaat er wel zoiets als een kinesthetisch kind? Laten we het samen uitzoeken.
Leerstijlen
Kinderen leren via verschillende zintuiglijke wegen: Visueel, auditief en kinesthetisch (VAK). Afhankelijk van de leerstijl die het kind verkiest, is het mogelijk het op te voeden door de nadruk te leggen op zijn sterke punten. (Dunn & Price, 1984)
Volgens Ferrero (Spaanse link) heeft deze definitie echter alleen betrekking op de modaliteit waaronder een leerling verkiest te leren. Maar dit betekent niet dat ze er ook echt mee leren.
We zouden ook kunnen afleiden dat, omdat het via verschillende zintuiglijke wegen verloopt, het leren in verschillende gebieden van de hersenen en onafhankelijk van elkaar verwerkt wordt. Maar dit is onjuist, want zintuiglijke verwerking heeft betrekking (Engelse link) op alle leren.
Ieder mens leert dus op een unieke manier, via verschillende strategieën, in zijn eigen tempo en met een andere aanpak, afhankelijk van de motivatie die hij heeft.
Daarom is het belangrijk te vermijden leerlingen in te delen op basis van voorkeursleerstijlen. Die zijn namelijk niet bepalend zijn voor hun leervermogen. Integendeel, dit vermogen ontwikkelt en evolueert voortdurend en is verschillend bij elk kind.
Educatieve neurowetenschap, een wetenschappelijke bijdrage
Educatieve neurowetenschap is de wetenschappelijke studie van het zenuwstelsel, toegepast op het onderwijsproces van onderwijzen en leren.
Met EEG of beeldvormende studies kunnen onderzoekers de hersenactiviteit tijdens cognitie beoordelen en bepalen hoe elk mens leert.
Een van de grote bijdragen van de educatieve neurowetenschap is de opvatting dat de hersenen tijdens het leerproces verbindingsnetwerken tussen neuronen vormen, en dat dit op zijn beurt bepalend is voor een bepaald gedrag.
Weten hoe een leerling leert dient dan ook als hulpmiddel voor leraren om te bevorderen dat elk kind gemakkelijker ervaringen opdoet.
De neuromythe van een kinesthetisch kind
De laatste jaren is er een toename in de circulatie van informatie over leerstijlen en onderwijsbenaderingen, zonder dat er wetenschappelijke steun voor is. Dit staat bekend als een neuromythe.
“Onder neuro-educatie verstaat men in het algemeen neuromythes als valse ideeën, overtuigingen, interpretaties, of extrapolaties die de publieke opinie ontstegen zijn, ondanks dat ze door de neurowetenschap verbannen of ontkracht zijn.”
-John Geake-
Een van de neuromythes die we nog steeds horen met betrekking tot het onderwijs-leerproces is dat van het kinesthetische kind. Dit idee verwijst naar het vermogen van het kind om door beweging te leren, maar het definieert niet noodzakelijk hun kwaliteiten.
Een kinesthetisch kind: leren en beweging
De onderwijsneurowetenschap heeft ons laten zien dat beweging de controle van het kind over zijn lichaam en zijn gedachten bevordert.
In die zin stellen de activiteiten die beweging voortbrengen de hersenen in staat verbindingen te maken met al zijn gebieden: Visuele, auditieve, zintuiglijke, taal, onder andere.
Dit bevordert de integrale ontwikkeling van het kind, want het heeft onder andere te maken met de processen van aandacht, zelfregulatie, geheugen, taal leren, en zelfwaardering.
Individuele voorkeuren voor leren
Leren is een concreet proces, gebaseerd op biologische, psychologische en sociale factoren. Bovendien hebben mensen verschillende voorkeuren voor leren, die voor een groot deel afhangen van de ervaringen die we hebben opgedaan. Ook hangen ze af van de strategieën die ons in verschillende omstandigheden goede resultaten hebben gegeven.
Over leren bij kinderen
Dus, na de leerstijlen, individuele voorkeuren en neuromythen te hebben bekeken , kunnen we concluderen dat kinderen hun leren ontwikkelen via bewegingen en zintuiglijke ervaringen die cognitie bevorderen. Dus, laten we beweging blijven gebruiken!
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Dekker, S., Lee, n., Howard-Jones, P., & Jolles, J. (2012). Neuromyths in education: Prevalence and predictors of misconceptions among teachers. Frontiers in Psychology, 3, 1-8. Disponible en: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fnhum.2016.00496/full
- Ferrero, M. (2017). Mitos sobre el cerebro y la educación en el profesorado español. Ciencia Cognitiva, 11(1), 20-22. Disponible en: http://www.cienciacognitiva.org/files/2016-28.pdf
- Geake, J. G. (2008). Neuromythologies in education. Educational Research, 50(2), 123- 133. Disponible en: https://www.researchgate.net/publication/233111381_Neuromythologies_in_Education
- Pallarés Domínguez, D. (2016). Neuroeducación en diálogo: neuromitos en el proceso de enseñanza-aprendizaje y en la educación moral. Disponible en: