Knuffelen en troosten is niet verwennen, maar opvoeden
Verwennen heeft niets te maken met het troosten van je kind, het voorzien in zijn behoeften, het kalmeren van zijn angsten of het geven van knuffels en liefkozingen. Ouders die hun kinderen niet goed opvoeden, zijn juist degenen die hen negeren, in de steek laten, die de fout maken te denken dat het brein van een baby is als die van een volwassene die manipulatie of chantage begrijpt.
In een interessante studie over affectieve intelligentie werd aangetoond dat de meeste baby’s gedurende de dag psychische pijn ervaren. Veel meer dan fysieke pijn. Dit is ongetwijfeld de moeite waard om rekening mee te houden. Het emotionele lijden van kinderen heeft namelijk te maken met factoren als honger, angst of onzekerheid.
Dit zijn instinctieve factoren die een authentiek ongemak aangeven. Het is iets wat elk kind op een bepaalde manier zal tonen, anders dan hoe een ander kind dat zal doen. Om die reden moeten we als moeders de specifieke gedragingen van elk van onze kinderen begrijpen. We moeten weten dat het verzorgen van hun behoeften niet betekent dat we ze verwennen.
We nodigen je uit om je in dit onderwerp, dat soms controverse opwekt, te verdiepen.
Troosten: de kunst om behoeften te begrijpen
Als een vriend van je huilt, laat je hem niet huilen totdat hij geen tranen meer heeft. Als je partner, je zus of je vader huilt, verlaat je de kamer pas als ze zijn gestopt met huilen. Waarom zou je dat bij je kind anders doen?
Troosten is de uitzonderlijke kunst om te weten wat iemand nodig heeft en vervolgens de juiste zorg toe te passen om zijn psychische of emotionele pijnen te genezen. Daarom is het soms niet genoeg om alleen maar “kalm maar, het komt goed” te zeggen.
Wat een klein kind de grootste troost geeft, is lichamelijk contact en een stem die kalm en intiem spreekt.
Dit zijn kleine dingen die authentieke afdrukken ontwikkelen in de hersenen van een groeiende baby. Elke prikkel, evenals het ontbreken van een prikkel, zal de verdere ontwikkeling van een baby bepalen.
Laten we nog een paar interessante aspecten bekijken.
De wijsheid van een kind goed opvoeden
Woorden zijn belangrijk in een taal. Soms proberen de meest populaire uitdrukkingen afwijkend gedrag te definiëren, terwijl het in werkelijkheid echter natuurlijke gedragingen zijn. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk dat je ook wel eens de situatie hebt meegemaakt waarin je de opmerkingen van je vrienden of familie over je heen moest laten komen wanneer je je kind in je armen hield om zijn huilen of woede te verlichten.
“Je verwent hem” zeggen ze dan. Jij blijft zwijgen, omdat je weet dat dit niet het geval is. Je begrijpt namelijk dat positieve aandacht op het juiste moment driftbuien voorkomt, stress vermindert en er voor zorgt dat je kind zich zekerder voelt om zijn omgeving in zijn eigen tempo te verkennen.
De wijsheid van een goede opvoeding van kinderen is weten wat de gevolgen zijn van langdurig en onbeheerd huilen. Vanuit neurologisch oogpunt veroorzaakt het stress. Een hoog niveau van cortisol, het stress-hormoon, verandert namelijk de werking van neurotransmitters. Het verhoogt daardoor het gevoel van angst en het creëert een grotere behoefte aan aandacht.
Een goede verzorger weet ook dat troosten, omhelzen en ‘aanwezig zijn’ de band met het kind verbetert. Onze kinderen hebben deze veilige hechting de eerste drie levensjaren nodig. Het is een fase waarin hun vitale behoeften vaak eenvoudig, maar essentieel zijn:
- veiligheid
- genegenheid
- herkenning
- genieten van verrijkende stimulatie waarmee zenuwprikkelingen worden bevorderd
Een kind dat je laat huilen totdat hij geen energie meer heeft of geen knuffels of liefkozingen krijgt, is een baby die een ietwat vijandig beeld van de wereld opbouwt, met een scenario waarin hij ‘altijd zal willen’ en in een wereld zal leven waarin hij de behoefte voelt om zichzelf te verdedigen, soms met woede.
Dit is niet goed genoeg.
Bevorder emotionele ontwikkeling om je kind te helpen groeien
Emotionele opvoeding begint pas als een kind al communicatief vaardig is, als we al regels hebben gesteld, grenzen hebben gemaakt en hebben onderhandeld over de regels. Een baby van 8 maanden die aan je haar trekt als hij boos wordt, is iemand die zijn woede en frustratie probeert te kanaliseren.
Emotionele opvoeding begint vanaf de eerste dag dat je je baby in de wieg legt na thuiskomst uit het ziekenhuis na de bevalling. We mogen niet vergeten dat de eerste emotionele indrukken al bij de geboorte beginnen met het eerste huid-op-huidcontact tussen de baby en zijn moeder.
Borstvoeding is een prachtige pijler om deze band verder op te bouwen en veiligheid, kalmte en welzijn over te brengen. Later zal de kunst van het op een respectvolle manier troosten je in staat stellen je kind te helpen verder te groeien in een veilige omgeving.
Negatieve reacties negeren bederft je kind ook niet. De 2-jarige jongen die van woede een speeltje op de grond gooit, of zijn broertje of moeder krabt, heeft te maken met een emotie die hij nog niet begrijpt en die hij moet leren herkennen, begrijpen en beheren.
De taak om emoties te begrijpen en ermee om te gaan, vereist wetenschap en intuïtie. Juist omdat ze klein zijn mogen we dat bij kinderen nooit over het hoofd zien. De kleine dingen van vandaag kunnen worden getransformeerd in de reuzen van morgen. Daarom is het noodzakelijk dat we opletten, hen met positieve emoties voeden en de kunst van het goed opvoeden van kinderen in de praktijk brengen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Bowlby, J. (1986). Vínculos afectivos: formación, desarrollo y pérdida. Madrid: Morata.
- Bowlby, J. (1995). Teoría del apego. Lebovici, Weil-HalpernF.
- Garrido-Rojas, L. (2006). Apego, emoción y regulación emocional. Implicaciones para la salud. Revista latinoamericana de psicología, 38(3), 493-507. https://www.redalyc.org/pdf/805/80538304.pdf
- Marrone, M., Diamond, N., Juri, L., & Bleichmar, H. (2001). La teoría del apego: un enfoque actual. Madrid: Psimática.
- Moneta, M. (2003). El Apego. Aspectos clínicos y psicobiológicos de la díada madre-hijo. Santiago: Cuatro Vientos.