De fase van het kruipen van baby's
In dit artikel zullen we het hebben over enkele voordelen van kruipen bij baby’s. We gaan ook wat vertellen over de verschillende kruipfasen.
De ontwikkeling van een baby vindt plaats in een bepaalde volgorde. Daarnaast is het zo dat een geleerde vaardigheid zal helpen bij de ontwikkeling van een nieuwe vaardigheid. In eerste instantie begint de baby met eenvoudige dingen en naarmate hij meer leert, begint hij meer complexe vaardigheden onder de knie te krijgen.
Voordat de baby begint te lopen, doorloopt hij bijvoorbeeld de fase van het kruipen. Dit zal hem helpen van de ene plaats naar de andere te gaan en hem voorbereiden om zijn beentjes te gaan gebruiken.
De verschillende delen en gebieden van het zenuwstelsel werken op een gecoördineerde manier. Elk gebied communiceert met andere, zodat alle vaardigheden van de baby zich goed ontwikkelen.
Deze ontwikkeling is lineair, van boven naar beneden. Het betekent dus van af het hoofd naar de voeten.
Aan de andere kant begint de proximaal-distale ontwikkeling vanuit het midden van het lichaam en gaat naar buiten.
Hoe begint de kruipfase?
Baby’s beginnen aan het einde van hun eerste jaar, wanneer ze ongeveer 9 maanden oud zijn, met het kruipen.
We moeten echter eerst benadrukken dat elk kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt en niet alle kinderen de kruipfase doorlopen. Dat houdt in dat sommige baby’s leren lopen zonder eerst te leren kruipen.
De ontwikkeling van bewegingen is verdeeld in vaardigheden die vallen onder grove motoriek en fijne motoriek.
Bij grove motoriek gaat het om controle over de houding, voortbeweging en lichaamscoördinatie. Wanneer we het hebben over fijne motoriek gaat het bijvoorbeeld over oog-handcoördinatie en schrijfvaardigheden, die te maken hebben met snelheid en precieze van gecoördineerde bewegingen met de vingers.
Zodra het kind in staat is om zijn hoofdje rechtop te houden en op zijn armpjes te steunen, kan hij zich leren omdraaien. Dit zal hem helpen om bepaalde nieuwe vaardigheden te ontwikkelen.
De kruip- en loopfasen vereisen rotatiebewegingen, die onafhankelijk zijn tussen de schouders en de heup. Deze bewegingen worden ook gesynchroniseerd.
Vaardigheden die uit de kruipfase voort komen, zijn:
- Ritme
- Coördinatie
- Lichamelijke dimensie
- Ontwikkeling van de ledematen
Tips om het kruipen te stimuleren
Dankzij het kruipstadium kan de baby aanraking, visie, spraak, oriëntatie, waarneming, evenwicht en verschillende soorten bewegingen ontwikkelen.
Hier zijn enkele tips om je kind te helpen bij het leren kruipen. Als je merkt dat hij zichzelf in deze houdingen begint te plaatsen, kun je beginnen om deze tips in de praktijk te brengen:
- Wanneer de baby met zijn handjes begint te bewegen, kun je achter hem gaan staan en zijn beentjes sturen om de synchrone beweging uit te voeren en te gaan kruipen. Het belangrijkste is dat het kind wil bewegen en elk deel van zijn lichaam gebruikt om dat te doen.
- Wanneer de baby zit, is het belangrijk om hem te helpen op zijn handjes (naar voren) te steunen. Hij moet dan zijn knietjes buigen en zijn voetjes naar achteren duwen. Op deze manier brengt hij zijn lichaam in een kruiphouding.
- Zodra het kind in de kruiphouding zit, leert hij geleidelijk van de zittende naar de kruiphouding over te gaan. Bovendien zal hij ontdekken dat hij heen en weer kan slingeren wanneer hij in die houding zit.
- Na dit proces zal hij ontdekken dat als hij met zijn knietjes op de grond drukt, hij als het ware een klein sprongetje maakt. En dat is precies wat hij nodig heeft om te gaan kruipen. Uiteindelijk zal hij zich van een zittende naar een kruipende positie gaan bewegen. En nu kan hij gaan trainen om zijn techniek te perfectioneren en een geweldige kruiper zijn wanneer hij de leeftijd van 12 maanden bereikt.
De pluspunten van het kruipen voor de ontwikkeling
De motorische activiteit van een kind is gerelateerd aan de ontwikkeling van zijn intelligentie. Bijvoorbeeld, om te schrijven, moet een kind de fijne motoriek correct ontwikkelen en een juiste tonisch-posturale regulatie hebben.
En zo biedt het kruipen ook enkele belangrijke voordelen op het leerniveau, waaronder:
- Het gekruiste bewegingspatroon heeft te maken met de neurologische functie die lichamelijke verplaatsing mogelijk maakt. Het bestaat uit het bewegen van de rechter arm met de linker voet en omgekeerd. Wanneer baby’s kruipen, trainen ze hun spieren, waardoor ze hun rug sterker maken om later uiteindelijk rechtop te kunnen staan.
- Door kruipen oefenen en perfectioneren baby’s hun gezichtsvermogen. Ze leren om met beide ogen op een afstand van 30-40 centimeter te focussen.
- Het evenwichtsorgaan wordt ontwikkeld, dat verantwoordelijk is voor het reguleren van het evenwicht.
- Kruipen stimuleert de tastzin van de palm van de hand.
- In de stadia van het kruipen wordt de hand-oogcoördinatie verder ontwikkeld.
- Het verbindt de twee hersenhelften en creëert op die manier informatieroutes voor de ontwikkeling van cognitieve functies.
- Het helpt bij de lateralisatie van de hersenen op de leeftijd van ongeveer 5-6 jaar. Dit is de fase in de neuro-motorische ontwikkeling waarbij de linker- of rechter-hersenhelft zijn dominantie krijgt.
- Bovendien ontwikkelen kinderen hun communicatieve vaardigheden door de wereld te verkennen en er interactie mee te hebben.
Leren kruipen is erg belangrijk voor baby’s en brengt veel voordelen met zich mee. Probeer het kruipen met deze tips te stimuleren, zodat je kind op de snelst mogelijke manier kan leren kruipen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- de Avila Aburdene, R., & Castro Kukoc, M. (2005). Relaciones con el inicio de la marcha, gateo, uso de andadores y accidentes. Revista de la sociedad boliviana de pediatría, 44(1), 11-14.
- Ojeda Alberca, E. (2018). El gateo en el desarrollo cognitivo en niños menores de 2 años.
- Oldak-Kovalsky, B., & Oldak-Skvirsky, D. (2016). Gateo. Revisión de la literatura médica. Revista Mexicana de Pediatría, 82(4), 144-148.