De ontwikkeling van de placenta: belangrijkste structuren en functies
Lees meer over de ontwikkeling van de placenta, de verschillende structuren en functies. De placenta is een onmisbaar orgaan als het gaat om de ontwikkeling van de foetus tijdens de zwangerschap.
Dit orgaan, dat alleen verschijnt als een vrouw zwanger is, zorgt voor de voeding en zuurstofvoorziening van de foetus. De placenta zorgt er ook voor dat de foetus in staat is om zijn afvalproducten te verwijderen. Op deze manier garandeert de placenta een goede groei en welzijn. Lees hier meer over de ontwikkeling van de placenta.
De ontwikkeling van de placenta: belangrijkste structuren en functies
De ontwikkeling van de placenta doorloopt tijdens de zwangerschap verschillende fasen. Het begint op de 5e dag na de bevruchting. Dit is in de ontwikkelingsfase, net voor de innesteling, en het gaat door gedurende de rest van de zwangerschap. Daardoor ondergaat de placenta verschillende veranderingen tot het einde van de zwangerschap.
Welke structuren zijn aanwezig tijdens de ontwikkeling van de placenta?
De placenta bestaat uit twee soorten weefsel: moederlijk weefsel en foetaal weefsel. Foetaal weefsel omvat het chorion. Daarnaast omvat het moederweefsel het meest oppervlakkige deel van het baarmoederslijmvlies.
De vruchtzak, waarin de baby zich ontwikkelt, bestaat uit twee vliezen die met elkaar zijn verbonden. Het vruchtwatermembraan is in contact met het vruchtwater en de foetus. Echter, het chorionische membraan, het buitenste membraan, staat in contact met het moederweefsel. Wanneer de vruchtzak breekt, (wanneer het water van een vrouw breekt), scheuren deze vliezen en komt het vruchtwater naar buiten.
Het moederlijke deel van de vruchtzak bevat vlokken. Dit zijn structuren die in contact staan met het baarmoederslijmvlies. Daarom is de bloedcirculatie mogelijk tussen de moeder en haar zich ontwikkelende baby.
De navelstreng, bestaande uit twee slagaders en een ader, verbindt de foetus met het moederlijk deel van de placenta. In de navelstrengcirculatie zijn het de slagaders die zuurstofarm bloed van de foetus naar de placenta transporteren. Dit in tegenstelling tot de volwassen circulatie waar de slagaders zuurstofrijk bloed transporten. Tegelijkertijd is de ader verantwoordelijk voor het transporteren van zuurstofrijk bloed en voedselrijk bloed naar de foetus.
Over het algemeen bevindt de placenta zich in de fundus (de bovenkant van de baarmoeder van de moeder). Echter, het kan zichzelf ook in een andere hoek van de baarmoeder nestelen en ontwikkelen.
De functies van de placenta
De placenta heeft meerdere functies die fundamenteel zijn voor de goede ontwikkeling van de foetus:
- Het zorgt bijvoorbeeld voor de uitwisselingen van gassen en voedingsstoffen tussen de moeder en de foetus.
- De productie van hormonen: Choriongonadotropine, progesteron en placentalactogen
- De placenta beschermt de foetus tegen het afstotingsproces van de moeder. Er wordt voorkomen dat het lichaam van de vrouw de foetus als lichaamsvreemd probeert uit te stoten.
Elk van de bovengenoemde hormonen heeft een specifieke functie:
- Choriongonadotrofine houdt het corpus luteum functioneel. Het corpus luteum is verantwoordelijk voor de productie van progesteron en andere hormonen totdat de placenta volledig functioneel is. Daarnaast is dit het hormoon dat een zwangerschapstest positief maakt.
- Het corpus luteum geeft progesteron af tot de tweede maand van de zwangerschap. Vanaf de tweede maand neemt de placenta de productie van dit hormoon over. Progesteron dient voor opbouw van foetale corticoïden en neemt deel aan de vorming van deciduale cellen in de baarmoeder. Deze cellen zijn essentieel voor de voeding van de foetus.
- Placenta-lactogeen stimuleert de ontwikkeling en secretie van de borstklier. Het stimuleert ook de groei van foetale organen en het gewicht van de placenta.
Dat de placenta een beschermende functie heeft staat voorop. Het embryo is een vreemd lichaam en bevat eiwitten (afkomstig uit de genen van de vader) die vreemd zijn voor het immuunsysteem van de moeder. Daarom zou het lichaam van de moeder de foetus kunnen afstoten als reactie van haar immuunsysteem. Dankzij de productie van hormonen die invloed hebben op het immuunsysteem, voorkomt de placenta deze afstoting tijdens de zwangerschap.
Verandering in de placenta
Afwijkingen in grootte
De placenta weegt gewoonlijk gemiddeld 0.6 kg. Placentamegalie verwijst naar een abnormaal sterke groei van de placenta (groter dan 1/6 van de grootte van de foetus). Placenta’s kunnen ook abnormaal klein zijn.
Morfologische afwijkingen
Normale placenta’s zijn cirkelvormig en schijfvormig. Er kunnen echter variaties in de vorm optreden, zoals de volgende:
- Tweelobbige placenta: De placenta is verdeeld in twee of meer lobben.
- Succenturiate lob of meerlobbige placenta: In dit geval bestaan er een of meer bijlobben aan de placenta. Deze zijn verbonden door vasculaire verbindingen.
- Placenta spuria: Dit is vergelijkbaar met de succenturiate lob, maar zonder de vasculaire verbindingen.
- Omringde placenta: Hier verschijnt een centraal gedeelte aan de foetale kant van de placenta. Dit gedeelte is omgeven door een witte ring. Deze ring is samengesteld uit een dubbele vouw van de twee soorten membranen (waaronder het chorionmembraam).
Afwijkingen van de placenta in de baarmoeder
Het innestelen van de placenta vindt plaats in het baarmoederslijmvlies. Omdat de innesteling op verschillende plaatsen in de baarmoeder kan ontstaan, kan dit leiden tot verschillende soorten placenta.
- Placenta Accreta: De placenta is vergroeid met de baarmoederwand. Het ligt er tegenaan maar is niet ingegroeid.
- Placenta Increta: Placenta is echt in de spierlaag van de baarmoederwand vastgegroeid.
- In het geval van een Placenta Percreta is de placenta door de baarmoederwand heen gegroeid en kan zelfs de buikholte binnendringen en omliggende organen beschadigen.
Afwijkingen bij het innestelen
Placenta Previa
Placenta Previa is een aandoening die optreedt wanneer de placenta de opening van de baarmoederhals van de moeder bedekt. Het kan zelfs de baarmoederhals blokkeren, waardoor een vaginale bevalling wordt belemmerd. Er zijn verschillende soorten Placenta Previa:
- Minor (graad 1): slechts een klein deel van de placenta strekt zich uit tot het onderste deel van de baarmoeder.
- Marginaal (graad 2): de placenta bereikt de baarmoederhals, maar bedekt deze niet.
- Major (graad 3): de placenta bedekt de baarmoederhals, maar slechts gedeeltelijk.
- Major (graad 4): de baarmoederhals word volledig bedekt door de placenta. Dit is het meest ernstige type placenta Previa.
Veranderingen vanwege een tumor
De volgende tumorveranderingen zijn zeer ongebruikelijk, maar kunnen ook voorkomen.
- Molaire zwangerschap: Dit bestaat uit de ontwikkeling van weefsel in de placenta. De tumor is niet-invasief en niet-kwaadaardig. Het weefsel ontwikkelt zich na de innesteling van de bevruchte eicel tot een placenta, maar waarbij er geen embryo of foetus wordt gevormd. Wanneer dit optreed, zijn er meestal wel hoge HCG-waardes in het bloed van de moeder.
- Zwangerschap -of trofoblast tumoren. Deze veranderingen zijn relatief zeldzaam, maar zijn zeer agressief en ernstig. Het kunnen kwaadaardige of goedaardige tumoren zijnen zich ontwikkelen vanuit de placenta.
Ontwikkeling van de placenta: vasculaire afwijkingen
Onvoldoende placenta kan optreden wanneer de placenta zijn functie niet voldoende vervult. Dit kan onder meer te wijten zijn aan leeftijd of een placenta-infarct.
Een laatste opmerking over de ontwikkeling van de placenta
Als je de mogelijkheid hebt, vraag dan aan je gynaecoloog of de doula die jou tijdens de bevalling begeleidt om je placenta te laten zien. Het is een ongelooflijk mooi orgaan waarin je baby zich heeft ontwikkelt. De waarde ervan is ongelooflijk!
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Apaza Valencia John. (2014). Desarrollo placentario temprano: aspectos fisiopatológicos. Rev. peru. ginecol. obstet. 2014: 60( 2 ): 131-140. Disponible en: http://www.scielo.org.pe/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S2304-51322014000200006&lng=es
- Roa Ignacio, Smok S Carolina, Prieto G Ruth. (2012). Placenta: Compared Anatomy and Histology. Int. J. Morphol. 2012: 30( 4 ): 1490-1496. Disponible en: https://scielo.conicyt.cl/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0717-95022012000400036&lng=es
- Espinilla Sanz, B., Tomé Blanco, E., Sadornil Vicario, M., Albillos Alonso, L. (2016). Alteraciones de la placenta. Manual de obstetricia para matronas. 2nd ed. Valladolid: DIFÁCIL; 2016. 185-188.