Milde epileptische aanvallen bij kinderen

Ontdek alles over milde epileptische aanvallen bij kinderen en waarom het zo belangrijk is om de signalen tijdig te herkennen.
Milde epileptische aanvallen bij kinderen

Laatste update: 19 september, 2018

Milde epileptische aanvallen zijn een neurologische stoornis die vaak tijdens de kindertijd opduikt en voor de puberteit weer verdwijnt. Ze zijn gewoonlijk niet zo ernstig en verdwijnen meestal uit zichzelf.

Deze aanvallen duren niet lang. Over het algemeen verliest men gedurende enkele seconden het bewustzijn. Het is zeer zelden dat dit langer dan een minuut duurt.

De prognose voor dit soort aanvallen is positief: ze zijn meestal ongevaarlijk en houden geen risico’s op lange termijn in voor het kind.

In veel gevallen worden milde epileptische aanvallen bij kinderen in het geheel niet opgemerkt door de ouders.

Het is echter belangrijk om te weten hoe je deze aanvallen kunt herkennen. Zo kunnen ouders leren om niet in paniek te raken wanneer hun kind dit soort aanvallen krijgt.

Milde epileptische aanvallen, een petit mal

Dit soort aanvallen staat ook bekend als petit mal, Frans voor ‘kleine ziekte’. Deze naam werd gegeven omdat deze aanvallen vaak niet waarneembaar zijn en in het algemeen geen ernstig gezondheidsrisico inhouden.

Maar waarom komen deze aanvallen voor? De reden is heel simpel: een onevenwicht tussen de neurotransmitters in de hersenen van het kind.

Dit betekent dat gedurende enkele ogenblikken er een abnormale elektrische activiteit is tussen de neuronen. Milde epileptische aanvallen behoren tot de aanvallen die patiënten ervaren die aan epilepsie lijden.

De hoofdoorzaak van deze aanvallen is nog steeds een raadsel, maar men denkt dat genetische factoren hier een invloed op hebben.

Milde epileptische aanvallen: glinstering

Hoe kun je een milde epileptische aanval herkennen?

Sommige kinderen hebben in de loop van een dag meerdere milde epileptische aanvallen. Deze kunnen in perioden van meerdere weken of maanden voorvallen.

De symptomen verschijnen plotseling. Het meest waarneembare symptoom is een bleke, afgeleide en slaperige uitstraling.

Het kind wekt mogelijk te indruk te dagdromen of verdwaald te zijn in zijn of haar eigen gedachten.

Kinderen die last hebben van dit soort aanvallen zien er vaak afwezig uit.

Een simpele test om te controleren op dit soort aanvallen is door interactie met het kind:

  • praat met hen
  • aai op het hoofd of de schouder
  • bied een snoepje aan
  • vraag waar ze aan denken

De gedachte hierachter is om het kind weer met de voeten op de grond te brengen indien het kind dagdroomde.

Als je kind slechts afgeleid was dan zal hij of zij op jouw aanwezigheid reageren. Wanneer je ernaar vraagt zal het kind zich herinneren wat er allemaal gebeurde tijdens het dagdromen.

Als je kind echter niet reageert en zich niet meer herinnert wat er gebeurde, dan komt dit mogelijk door een milde epileptische aanval.

Soorten milde epileptische aanvallen

  • Typische afwezigheid. Dit komt gewoonlijk door een soort epileptische aanvallen die verdwijnen naarmate het kind ouder wordt. Het belangrijkste symptoom is plotseling niet meer in het heden zijn. In sommige gevallen kunnen echter wel nog kleine onwillekeurige bewegingen in het gezicht opgemerkt worden. Als de aanval voorbij is zal het kind zich weer normaal gedragen alsof er niets gebeurd is.
  • Atypische afwezigheid. Deze aanvallen komen voor bij kinderen die aan epilepsie of encefalopathie lijden. Deze kinderen zullen vaak psycho-motorische problemen ondervinden. Net zoals bij typische afwezigheid is het belangrijkste symptoom hier dat het kind los komt te staan van zijn of haar omgeving. In dit geval is het begin en het einde van de aanval echter minder abrupt. De aanvallen kunnen immers onopgemerkt voorbijgaan. Dit geldt dan vooral wanneer er nog geen diagnose is gesteld voor het probleem.
  • Complexe aanvallen. Een specifiek kenmerk van dit soort aanvallen is het zien van een aura door het kind. Dit zijn met andere woorden specifieke visuele of andere zaken die erop wijzen dat een aanval aan komt. Deze duren bovendien langer, tot een minuut of nog langer. Het kind kan tijdens de aanval vreemde repetitieve bewegingen maken.
Eelectroencephalografie voor milde epileptische aanvallen

Diagnose

Een neuroloog zal het kind lichamelijk onderzoeken. Dit kan door middel van een elektro-encefalografie (EEG).

Deze test zal een precieze diagnose mogelijk maken. De arts zal mogelijk ook andere factoren in overweging nemen zoals het voorkomen van epilepsie in de familie.

Het behandelen van milde epileptische aanvallen bij kinderen

Om dit soort aanvallen bij kinderen te behandelen zullen neurologen vaak geneesmiddelen tegen epilepsie voorschrijven. Gewoonlijk zal dit een korte medicatiekuur zijn met een lage dosering.

Als de arts vast stelt dat de behandeling aanslaat, hoeft het kind de geneesmiddelen niet langer in te nemen.

Net zoals bij andere soorten behandelingen moeten patiënten onder toezicht van de arts geleidelijk met deze medicatie stoppen. Zo kan het lichaam zich aanpassen om te functioneren zonder het geneesmiddel.

Uiteraard is een gezonde levensstijl de beste aanvulling voor elk voorschrift van een arts.

Dit betekent kiezen voor gezonde en evenwichtige voeding. Bovendien moet men een gezonde routine opbouwen met veel fysieke activiteiten. 


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Absence Epilepsy at the Hospital Nacional Cayetano Heredia (1998 – 2002). Rev Med Hered 15 (2), 2004 89.
  • Loiseau P. Childhood absence epilepsy. En: Roger J, et al, eds. Epileptic syndromes in infancy, childhood and adolescence. London: John Libby & Co 1992;132-150.
  • T. Durá Travé, ME. Yoldi Petri. Ausencias típicas: características epidemiológicas, clínicas y evolutivas. 64: (1), 2006, 1-110. DOI: 10.1016/S1695-4033(06)70005-4
  • A Covanis – Childhood Absence Epilepsy en “Atlas of Epilepsies” C. P. Panayiotopoulos (ed.) Springer-Verlag London 2010.
  • J Roger, M Bureau, Ch Dravet, P Genton, CA Tassinari, P Wolf – “Les syndromes epileptiques de l’enfant et de l’adolescent“. 4ème édition. John Libbey Eurotext, 2005.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.