Hoe herken je een hoogbegaafde baby?
Tot ongeveer de leeftijd van zes jaar is het niet verstandig om bij kinderen van intelligentiequotiënt (IQ) te spreken. Hoewel er tests zijn die aangepast zijn aan het kleuterstadium, is de cognitieve ontwikkeling in deze jaren duizelingwekkend en kunnen de resultaten variëren als ze heel vroeg worden uitgevoerd. Toch zijn er verschillende aanwijzingen die ons kunnen helpen een hoogbegaafde baby te herkennen.
Geschat wordt dat hoogbegaafdheid een genetische component heeft die zich tussen 40 en 80% van de tijd manifesteert. Maar ook omgevingsinvloeden spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van deze aandoening.
Het is mogelijk al vanaf de eerste levensmaanden tekenen van grote intelligentie of gemak bij het leren op te merken. Daarom moet je, als je vermoedt dat je baby in deze categorie valt, een specialist op dit gebied raadplegen.
Waarom is het belangrijk een hoogbegaafde baby te identificeren?
Kinderen met hoge capaciteiten hebben speciale behoeften, niet alleen op het niveau van cognitieve stimulatie maar ook op psycho-affectief niveau.
Ouders moeten hun baby’s goed kennen en begrijpen om hun opvoeding en onderwijs aan te passen. Zo kunnen ze hun kinderen de beste kansen voor hun holistische ontwikkeling bieden, en hen ook helpen eventuele angsten of moeilijkheden te reguleren.
Weten of baby’s hoogbegaafd zijn is een belangrijk gegeven bij het nemen van beslissingen over school, want het is niet alleen belangrijk dat ze hun mogelijkheden ten volle benutten, maar ook dat ze gelukkig zijn.
Het belangrijkste doel is niet het kind te overprikkelen of te proberen zijn ontwikkeling te versnellen of te forceren. Het gaat er gewoon om zijn of haar behoeften te begrijpen en er zo goed mogelijk aan tegemoet te komen. Deze behoeften kunnen anders zijn dan die van andere zuigelingen van hun leeftijd.
Hoe een hoogbegaafde baby te herkennen
We moeten benadrukken dat er geen eenduidige tekenen zijn dat een baby hoge capaciteiten heeft. Toch kan de aanwezigheid van enkele aanwijzingen (Spaanse link) erop wijzen dat het kind bepaalde vaardigheden sneller leert, begrijpt en verwerft dan de rest.
Eerste tekenen van hoogbegaafdheid
Sommige tekenen van hoogbegaafdheid (Engelse link) zijn duidelijk vanaf de eerste levensmaanden. Zo is een baby met een gerichte en alerte blik kort na de geboorte zeldzaam, hoewel niet onmogelijk om te zien.
Tegelijk verschijnt de sociale glimlach van deze kleintjes al vroeg, terwijl die meestal tussen de eerste en tweede levensmaand verschijnt.
Ontwikkelingsmijlpalen
Een van de belangrijkste tekenen van hoogbegaafdheid is dat deze baby’s ontwikkelingsmijlpalen eerder bereiken. Bijvoorbeeld:
- Ze kunnen kruipen vóór zes maanden en lopen vóór 11 maanden. Sommigen slaan de kruipfase over en beginnen te lopen als ze acht of negen maanden oud zijn.
- Wat taal betreft, spreken sommige van deze baby’s al woorden als ze zes of acht maanden zijn. Anderen beginnen weliswaar niet vroeg te spreken, maar ontwikkelen de taal snel. Kort na het jaar hebben deze zuigelingen een grote woordenschat en kunnen ze een gesprek voeren. Het is ook gebruikelijk dat ze de brabbelfase overslaan.
- De controle over hun sluitspieren kan snel verworven worden, zodat deze baby’s vóór 10 maanden in staat zijn hun verlangen om naar het toilet te gaan kenbaar te maken.
Nieuwsgierigheid en motivatie om te leren
Hoogbegaafde baby’s zijn nieuwsgierig, geneigd hun omgeving te verkennen, en zeer gemotiveerd om te leren (Spaanse link). Voor hen zijn dit soort activiteiten versterkend en ze hebben geen extra zetje van hun verzorgers nodig.
Ze hebben een vroege belangstelling voor letters en cijfers, kunnen voor hun vierde leren lezen en zijn fervente lezers.
Activiteit, energie en behoefte aan stimulatie
Iets wat vanaf het begin gemakkelijk gewaardeerd wordt is dat een hoogbegaafde baby meer stimulatie nodig heeft. Deze baby’s hebben een voorkeur voor nieuwe voorwerpen en omgevingen en kunnen prikkelbaar en geïrriteerd zijn als ze te lang in dezelfde ruimte of bij dezelfde activiteit blijven. Ze vervelen zich snel.
Evenzo kunnen ze moeite hebben met inslapen en slapen ze minder dan andere kinderen van hun leeftijd. Het zijn over het algemeen zeer actieve en energieke zuigelingen.
Fijne motorische ontwikkeling bij een hoogbegaafde baby
De ontwikkeling van de fijne motoriek gaat sneller. Met negen maanden kunnen ze met groot gemak de bladzijden van een boek omslaan of puzzels in elkaar zetten.
Andere tekenen die helpen om een begaafde baby te herkennen
Behalve de bovenstaande zijn er nog andere tekenen waarmee je rekening moet houden als mogelijke signalen:
- Ze hebben zintuiglijke overgevoeligheid. Dat wil zeggen dat ze overdreven gevoelig zijn voor lawaai, licht, geuren of texturen.
- Hun geheugen is uitstekend en ze zijn in staat mensen, voorwerpen en omgevingen vroeg te herkennen en te onthouden.
- Het zijn gevoelige en empathische kinderen. Ze kunnen belangstelling en bezorgdheid voor andere mensen of dieren tonen in situaties die andere kinderen niet zouden opmerken.
Hoogbegaafde baby’s vereisen speciaal begrip
Omdat er geen definitieve manier is om te weten of je baby hoogbegaafd is, is het belangrijk dat je alert blijft op de voortgang van de ontwikkeling van je kleintje.
Als je de mogelijkheid overweegt dat je kind hoogbegaafd is, zul je veel van hun houdingen en gedragingen beter begrijpen en met meer gevoeligheid op hun eisen reageren.
Bied ze gevarieerde stimulatie, moedig hun natuurlijke leergierigheid aan en help ze vooral met hun hooggevoeligheid om te gaan. Vooral als ze groeien.
Ook al kun je suggestieve tekenen opmerken, bedenk dat alleen een opgeleide deskundige kan vaststellen of een kind hoogbegaafd is. Neem daarom de bovenstaande tekenen met voorzichtigheid en vraag op tijd het nodige advies.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Secadas, F., & Pomar, C. (2003). Quién es superdotado. EduPsykhé: Revista de Psicología y Psicopedagogía, 2 (1), 3-26.
- Sánchez, E. (2003): Los niños superdotados: Una aproximación a su realidad. Madrid: defensor del Menor de la Comunidad de Madrid.