Lees meer over deze 9 vragen over in-vitrofertilisatie

Sta je op het punt aan een vruchtbaarheidsbehandeling te beginnen en heb je er veel vragen over? Begin met die in dit artikel te lezen en schrijf de jouwe op om aan je arts te stellen.
Lees meer over deze 9 vragen over in-vitrofertilisatie
Marcela Alejandra Caffulli

Geschreven en geverifieerd door de kinderarts Marcela Alejandra Caffulli.

Laatste update: 22 december, 2022

Sinds de jaren 1970 is de conceptie van een kind buiten de baarmoeder een realiteit. In feite is de frequentie ervan zo groot dat we de grootsheid van de verbazingwekkende ontdekking van Robert Edwards en zijn collega’s al uit het oog zijn verloren. Tegenwoordig komen er miljoenen kinderen ter wereld dankzij de vooruitgang in de voortplantingsgeneeskunde. Geschat wordt dat tussen 1 en 3% van de levendgeborenen (Engelse link) in Europa en de Verenigde Staten door in-vitrofertilisatie (IVF) verwekt zijn.

De droom om ouder te zijn kan dus uitkomen en daarom willen we vandaag de 9 meest gestelde vragen over in-vitrofertilisatie beantwoorden!

In-vitrofertilisatie, 40 jaar dromen waarmaken

In 1978 kwam Louise Brown (Engelse link), de eerste ‘reageerbuisbaby’, die in het laboratorium door IVF verwekt werd, ter wereld. Vanaf dat moment begon voor veel gezinnen hun verhaal te veranderen en werd hun droom om ouders te worden werkelijkheid.

We weten dat elk veelbelovend alternatief echter angsten en twijfels met zich meebrengt. Daarom gaan we de meest gestelde vragen over in-vitrofertilisatie die bij gezinnen opkomen beantwoorden. Met informatie is het mogelijk bewuster en verstandiger beslissingen te nemen.

Lees meer over deze 9 vragen over in-vitrofertilisatie

1. Wat is de in-vitrofertilisatie techniek?

IVF is een zeer complexe techniek van geassisteerde bevruchting, die drie fundamentele stappen van de voortplanting specificeert:

  1. Verkrijgen van de rijpe eicel (maternale gameet), uit de aspiratie van de pre-ovulatoire follikel uit de eierstok van de vrouw.
  2. De bevruchting van de eicel door het sperma (vaderlijke gameet): zo ontstaat het embryo.
  3. Het overbrengen van het embryo in de baarmoederholte, om de zwangerschap te voltooien.

Zo zijn specialisten in voortplantingsgeneeskunde belast met de uitvoering van een belangrijke stap voor de schepping van leven als dat op natuurlijke wijze niet mogelijk is.

2. Wanneer moeten paren deze optie overwegen?

Technieken voor geassisteerde voortplanting, vooral IVF, zijn doeltreffende alternatieven om een baby te verwekken in die gevallen waarin er moeilijkheden zijn om dat te bereiken. En dat kunnen medische problemen zijn, zoals onvruchtbaarheid, of sociale problemen, zoals eenoudergezinnen.

Het belangrijkste is dat je een specialist in geassisteerde voortplanting raadpleegt, zodat die elk geval in het bijzonder kan beoordelen en de meest geschikte methode kan voorstellen.

3. Hoe groot is de kans op succes met deze techniek?

In het algemeen is de kans op een natuurlijke bevruchting ongeveer 20% bij een jong, gezond stel. Maar in de geneeskunde is de vraag niet mathematisch. Dit percentage daalt bij opeenvolgende pogingen van maand tot maand.

In het geval van IVF hangt het succespercentage van veel factoren af, waaronder de leeftijd van de moeder. Volgens gegevens uit het National Institute of Health and Care Excellence (Engelse link)in het Verenigd Koninkrijk ligt het geboortepercentage bij IVF rond de 20% als de moeder 38 jaar is en daalt tot 5% als ze 42 jaar wordt.

Daarom raadt het Britse instituut aan minstens 3 IVF-cycli uit te voeren voor ze een verandering in strategie overweegt.

4. Is in-vitrofertilisatie veilig voor moeder en baby?

IVF is een procedure die veilig genoeg is om uitgevoerd te worden bij de wens om het moederschap te bereiken.

Wat de gezondheid van de moeder betreft zijn hypothesen gepostuleerd over het risico van borst-, eierstok- en baarmoederkanker (Engelse link) als gevolg van de hoge hoeveelheden oestrogenen die men voor de stimulatie van de eisprong toedienen. Maar het gebrek aan prospectieve en goed opgezette klinische proeven tot nu toe maakt het onmogelijk dit te beweren.

Wat de baby betreft zijn de aanwijzingen over het risico aan een of andere toekomstige gezondheidstoestand te lijden heterogeen en nogal controversieel.

Sommige bevolkingsstudies (Engelse link) toonden aan dat deze kinderen een iets verhoogd risico op genetische afwijkingen hebben in vergelijking met natuurlijk verwekte kinderen. Maar dit zou ook te maken kunnen hebben met een gebrek aan vruchtbaarheid van de moeder. Er zijn dus meer specifieke studies nodig om een oorzakelijk verband vast te stellen.

5. Kunnen genetische afwijkingen in embryo’s opgespoord worden vóór de implantatie?

Er bestaat een opsporingstechniek voor genetische afwijkingen die men in embryo’s kan uitvoeren vóór ze geïmplanteerd worden. Het doel is te voorkomen dat men een eicel met een abnormaal aantal chromosomen (aneuploïdie) implanteert, maar niet om een specifieke gezondheidstoestand te diagnosticeren.

In feite is deze techniek voorbehouden aan paren die een verhoogd risico (Engelse link) lopen een kind met dit soort genetische afwijking te verwekken. Bijvoorbeeld een hoge leeftijd van de moeder (vanaf 35 jaar) of een geschiedenis van herhaalde miskramen, hoewel de laatste voorwaarde wordt betwist.

6. Krijg ik een tweeling als ik kies voor in-vitrofertilisatie?

Tegenwoordig zijn er geavanceerde technieken beschikbaar die het mogelijk maken minder embryo’s te implanteren, maar van hogere kwaliteit. Hierdoor kan een vrouw een enkele zwangerschap (van één embryo) doormaken en normaal voldragen.

In gevallen waarin meer dan één eicel geïmplanteerd moet worden, is het aanbevolen (Engelse link) maximum 4 embryo’s per IVF-cyclus, afhankelijk van de leeftijd van de moeder.

7. Wat gebeurt er met niet-geïmplanteerde embryo’s?

Embryo’s die niet geïmplanteerd worden kunnen voor verschillende doeleinden gereserveerd worden:

  • Cryopreservatie voor een toekomstige implantatie.
  • Donatie voor reproductieve doeleinden.
  • Donatie voor onderzoek in de voortplantingsgeneeskunde aan gespecialiseerde centra.

Voor alle beschreven alternatieven is de toestemming van de ouder(s) nodig. Die toestemming moet van tijd tot tijd vernieuwd worden. Na de periode die wettelijk voor het bewaren van de eicellen is vastgesteld, houdt het proces op.

Het proces van het bewaren van de eicellen

8. Ik heb geen partner maar wil graag moeder worden. Is het mogelijk toegang te krijgen tot bevruchting met een donor?

Natuurlijk, en de geassisteerde voortplantingswet die bijvoorbeeld in de Verenigde Staten geldt, onderschrijft de vertrouwelijke donatie van geslachtscellen (oöcyten of sperma) of pre-embryo’s. In het geval van een alleenstaande moeder of een eenoudergezin is deze optie dus geldig om een kind te verwekken.

9. Is er een leeftijdsgrens voor IVF?

In het algemeen is er geen wettelijke of ethische grens aan het moederschap. Wetenschappelijke genootschappen raden echter aan om op zeer hoge leeftijd geen zwangerschap na te streven, omdat dit het risico op zwangerschapsziekten (Engelse link) verhoogt. Denk bijvoorbeeld aan pre-eclampsie, zwangerschapsdiabetes, of problemen met de placenta.

Daarom raadt men het gebruik van IVF af bij vrouwen ouder dan 50 jaar.

Geef je droom om moeder te worden niet op!

Zoals je ziet kan moederschap mogelijk zijn via IVF. Als je er klaar voor bent om het te proberen, raadpleeg dan de gespecialiseerde centra in jouw omgeving en begin je droom om moeder te worden waar te maken.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Ginsburg E, Racowsky C. In Vitro Fertilization. A Comprehensive Guide. Springer New York Heidelberg Dordrecht London. 2012. ISBN: 978-1-4939-4217-6
  • Bruna Catalán I, Coroleu Lletget B. Lo esencial en medicina reproductiva. Elsevier España. 2016. ISBN: 978-84-9113-098-7
  • Eskew AM, Jungheim ES. A History of Developments to Improve in vitro Fertilization. Mo Med. 2017 May-Jun;114(3):156-159. PMID: 30228571; PMCID: PMC6140213. Disponible en: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6140213/
  • Fishel S. First in vitro fertilization baby-this is how it happened. Fertil Steril. 2018 Jul 1;110(1):5-11. doi: 10.1016/j.fertnstert.2018.03.008. Epub 2018 Jun 13. PMID: 29908772. Disponible en: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29908772/
  • Society for Assisted Reproductive Technology website. Frequently asked questions. [Internet] https://www.sart.org/patients/frequently-asked-questions/
  • National Institute for Health and Care Exelence website. The importance of 3 full cycles of IVF. 2014. [Internet] https://www.nice.org.uk/news/blog/the-importance-of-3-full-cycles-of-ivf
  • Ethics Committee of the American Society for Reproductive Medicine: Oocyte or embryo donation to women of advanced age: a committee opinion. Fertil Steril. 2013; 100: pp. 337-340.
  • Carolan M: Maternal age>/=45 years and maternal and perinatal outcomes: a review of the evidence. Midwifery 2012; 29: pp. 479-489. Disponible en: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23159159/
  • Brinton LA, Scoccia B, Moghissi KS, Westhoff CL, Niwa S, Ruggieri D, et. al.: Long-term relationship of ovulation-stimulating drugs to breast cancer risk. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2014; 23: pp. 584-593. Disponible en: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24700523/
  • Hansen M: Assisted reproductive technology and birth defects: a systematic review and meta-analysis. Hum Reprod. 2013; 19: pp. 330-353. Disponible en: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23449641/
  • Ley 14/2006, de 26 de mayo, sobre técnicas de reproducción humana asistida. Disponible en: https://www.boe.es/buscar/act.php?id=BOE-A-2006-9292

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.