Motorische ontwikkeling van kinderen van 0 tot 5 jaar

Van neonatale reflexen tot het schrijven van zinnen, de motorische ontwikkeling van kinderen van 0 tot 5 jaar is een fase van evolutie en een leven lang leren, zowel voor hen als voor hun ouders.

Tijdens deze periode bevordert een reeks motorische vaardigheden de coördinatie van botten, spieren, pezen en zenuwen. Op twee benen kunnen lopen en de precisie om dingen op te pakken zijn twee vaardigheden die menselijke wezens definiëren.

• Hersenen
• Ruggenmerg
• Perifere zenuwen
• Spieren
• Gewrichten

Het zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor de motorische ontwikkeling, groeit in een vastgestelde volgorde. De volgorde is duidelijk en voorspelbaar en dus kunnen ouders het in de gaten houden en mogelijke afwijkingen ontdekken.

Het eerste teken van de motorische ontwikkeling van kinderen

Het eerste teken van motorische activiteit zie je aan het hoofd. De pasgeboren baby kan het van de ene kant naar de andere draaien als hij op zijn rug ligt. Als hij echter op zijn buik ligt, kan hij het een klein beetje optillen.

Beetje bij beetje zal de baby bewegingen met zijn handen ontwikkelen, wat essentieel is voor de motorische ontwikkeling van kinderen van 0 tot 5 jaar.

Er zijn verschillende fasen waar het kind doorheen gaat. Als hij geboren wordt, is een baby ongeveer 50 centimeter en weegt hij 3,5 kilogram.

Hij heeft een groot hoofd en grote ogen, een klein neusje, bolle wangetjes en een kuiltje in zijn kin. Vanuit hier begint de curve van fysieke, mentale, psychologische en sociale ontwikkeling.

Vanaf twee maanden begint de oog-handcoördinatie. Het kind ziet een voorwerp en probeert het te pakken. Met oefening zal het hem lukken om het te grijpen.

Lachen en zijn tong uitsteken

Vanaf drie maanden tot een jaar kunnen we onderscheid maken tussen drie goed aangegeven fases in de motorische ontwikkeling van het kind.

• Bij drie maanden begint de baby te lachen en zijn tong uit te steken. Hij kan met een steuntje zitten. Het brabbelen begint ook. Hij houdt zijn handjes open en houdt een voorwerp barst met zijn vingers en de palm van zijn hand.
• Na zes maanden begint hij zonder hulp te kruipen en zitten. Een paar maanden later zal hij kunnen staan en stapjes kunnen zetten. Misschien nog onhandig, maar hij kan met allebei zijn handen voorwerpen pakken en loslaten. Hij kan zijn handen ook naar de andere kant van zijn lichaam brengen.
• Rond zijn eerste verjaardag vergroot zijn onafhankelijkheid en nieuwsgierigheid. Hij stopt alles in zijn mond, dus dit is een gevaarlijke fase.

Lopen met hulp

Na een jaar ontdekt hij de trap, waar hij met hulp op kan klimmen. Hij bouwt torens met bokken kan een bal vooruitduwen met zijn handen en voeten. En hij kan ook voorwerpen oppakken met zijn duim en wijsvinger.

Hij begint zelf te eten in zit op een stoeltje. Zijn onafhankelijkheid vergroot, maar ook zijn driftbuien en jaloezie.

Als hij twee jaar oud is, gaat hij zelf de trap op en af, springt hij met twee voeten, trapt hij een bal en fietst hij op een driewieler. Zijn sociale en mentale ontwikkeling gaat vooruit en hij gaat meer met anderen kinderen om.

Hij kan lijnen tekenen en door boeken bladeren. Hij eet zelf met een lepel en maakt zinnetjes, al zijn deze vaak nog onsamenhangend.

Rondrennen

Snel rennen, een cirkel overtrekken of op één been staan, zijn allemaal vaardigheden die zich na drie jaar ontwikkelen. Hij kan knippen met een schaar, een puzzel van drie stukjes in elkaar leggen, een glijbaan afglijden en op zijn tenen lopen.

Bij vier jaar kan hij langer op één voet staan. Hij kan ook springen, klimmen en dansen. En hij kan vooroverbuigen en de grond aanraken met zijn handen. Hij opent een slot met een sleutel. Hij kan zijn gedachten tot uitdrukking brengen en samenwerkende spelletjes spelen.

5 jaar oud: al woordjes schrijven

Na vijf jaar zal je kind in staat zijn om de trap af te gaan met één voet per trede. Hij kan ook driehoeken tekenen, en nummers en simpele woordjes overschrijven in hoofdletters en in kleine letters. Hij kan knopen leggen en lijnen volgen met een schaar. En hij kan zinnetjes schrijven.

Op deze leeftijd kan je kind van richting veranderen onder het rennen en op een smalle plank lopen zonder eraf te vallen. Hij kan ook achteruitspringen.

Een voorkeurskant verschijnt

Je kind zal ook een voorkeur krijgen voor één hand, oog en voet, en wordt rechts of linkshandig. Als hij beide kanten even goed kan gebruiken, noemen we dit ambidextrie.

Motorische ontwikkelingen van kinderen bestaan uit een reeks vaardigheden tijdens de eerste vijf jaar. Precisie, uithoudingsvermogen, snelheid, coördinatie en kracht zullen verbeteren naarmate het kind groeit.