De 5 meest voorkomende gezichtsproblemen bij kinderen
Hoewel er veel verschillende oogziekten zijn die bij kinderen kunnen voorkomen, zijn er vijf gezichtsproblemen die het meest voorkomen. In het volgende artikel noemen we hun kenmerken en welke tekenen je kunnen doen vermoeden.
Het gezichtsvermogen is een van de belangrijkste zintuigen voor de ontwikkeling van een kind. Het is een van de belangrijkste vormen van communicatie met de buitenwereld, vooral bij de jongste kinderen.
Daarom kan elke aantasting van het orgaan dat verantwoordelijk is voor het gezichtsvermogen of de verbinding ervan met de hersenen invaliderend zijn voor het leren en de groei van het kind. De diagnose van deze ziekten moet zo vroeg mogelijk worden gesteld om ze tijdig te kunnen corrigeren.
Leer over de meest voorkomende gezichtsproblemen bij kinderen
Onder de belangrijkste gezichtsproblemen bij minderjarigen overheersen de zogenaamde refractiefouten, zoals bijziendheid, verziendheid en astigmatisme. In deze gevallen wordt de gezichtsscherpte aangetast. Hier volgen de 5 meest voorkomende gezichtsproblemen bij kinderen.
1. Verziendheid
Verziendheid is de meest voorkomende refractiefout bij kinderen. Het is het onvermogen om voorwerpen dichtbij duidelijk te zien, omdat het beeld achter het netvlies wordt gefocust. Dit probleem kan in de eerste levensjaren fysiologisch (normaal) zijn, maar als het oog volwassen wordt, verdwijnt het.
Er zijn echter gevallen waarin deze aandoening levenslang blijft bestaan. De oorzaken van deze afwijking zijn een te kort oog of een te plat hoornvlies, en net als bijziendheid kan het erfelijk zijn. Om verziendheid op te sporen zijn er tekenen zoals de volgende:
- Als het kind zijn hoofd naar achteren kantelt om weg te gaan van wat het probeert te zien.
- Vermoeidheid van de ogen na het uitvoeren van verschillende activiteiten.
- Het kind knijpt met zijn ogen om zich op het beeld te concentreren.
- Het kind voert activiteiten als lezen, tekenen of schrijven liever buiten uit.
Bijziendheid
Dit is de meest voorkomende afwijking bij premature kinderen. Het is het onvermogen om verre voorwerpen duidelijk te zien omdat het beeld voor het netvlies wordt gefocust. Het manifesteert zich meestal rond de leeftijd van 6 jaar.
De oorzaken van bijziendheid zijn een te lang oog of een te krom hoornvlies. Er is ook een belangrijke erfelijke component. Hier zijn enkele tekenen om het op te sporen:
- Het kind kijkt heel goed naar schermen of voorwerpen.
- Knijpen met de ogen om zich te concentreren.
- Verminderde academische prestaties, vooral als het kind ver van het schoolbord zit.
- Voorkeur voor activiteiten die het gebruik van nabijzicht vereisen.
- Hoofdpijn na enige visuele inspanning.
3. Astigmatisme
Bij deze aandoening richt het netvlies zich vervormd op beelden, zowel dichtbij als veraf. Deze aandoening kan samengaan met bijziendheid of verziendheid. Het treedt op bij een elliptisch of slecht sferisch hoornvlies, d.w.z. dat het op de ene as meer gebogen is dan op de andere, wat resulteert in wazig zicht op elke afstand. Dit zijn andere symptomen van deze afwijkingen:
- Toegenomen mate van verwachte onhandigheid, zoals voortdurend tegen voorwerpen stoten of dingen omstoten.
- Herhaaldelijk de ogen sluiten, wrijven of een van de ogen bedekken.
4. Strabismus
Strabismus is een oogaandoening die gekenmerkt wordt door een abnormale afwijking van één of beide ogen. Normaal gesproken, wanneer het kind met beide ogen voorwerpen in de ruimte ziet, versmelten ze beide beelden samen op het niveau van de hersenen. Dit wordt binoculair zien genoemd.
Bij strabisme daarentegen zijn de ogen niet in staat de blik gelijktijdig te fixeren. Deze afwijking kan horizontaal (naar binnen of naar buiten) of verticaal (naar boven of naar beneden) zijn. Deze afwijking kan zich als volgt manifesteren:
- Duidelijke scheefstand van de ogen.
- De ogen bewegen niet in dezelfde richting.
- Het kind kantelt of draait het hoofd om naar bepaalde punten te kijken en kan torticollis ontwikkelen.
- Het kind sluit of bedekt één oog om te kunnen zien.
- Slechte dieptewaarneming van voorwerpen.
Infantiel en verworven strabisme
Strabisme kan infantiel (vóór 6 maanden) of verworven (na 6 maanden) zijn en bepaalde risicofactoren vertonen:
- Familiegeschiedenis
- Genetische aandoeningen (syndroom van Down en syndroom van Crouzon)
- Prenatale blootstelling aan drugs en alcohol
- Vroeggeboorte
- Laag geboortegewicht
- Cerebrale parese
Het bijzondere geval van verworven strabisme kan het gevolg zijn van refractaire afwijkingen, tumoren, cranioencefaal trauma, neurologische aandoeningen (hersenverlamming, spina bifida, derde, vierde of zesde hersenzenuwverlamming) en virale infecties (encefalitis of meningitis).
Vals strabisme
Het is belangrijk te weten hoe je pseudostrabisme of vals strabisme kunt herkennen. In deze gevallen is er geen oculaire betrokkenheid, maar het uiterlijk van het kind lijkt erop te wijzen omdat de brug van de neus erg breed is en de ooglidplooien die naar de neus doorlopen prominent aanwezig zijn. Daardoor lijken de ogen te dicht bij elkaar te staan of naar binnen gekeerd.
5. Amblyopie (lui oog)
Amblyopie treedt op wanneer het zicht van één oog wordt aangetast door een storing in de sensorische zenuwcommunicatie tussen het oog en de achterhoofdskwab van de hersenen. Bij strabisme zijn de hersenen namelijk niet in staat om twee verschillende beelden te verwerken.
Daarom ontstaat er een compensatie-effect dat bestaat uit het onderdrukken van het minder heldere beeld, dat van het strabismische oog, en ontstaat er een lui oog. Als het niet voor de leeftijd van 9 jaar wordt gecorrigeerd, is het verlies van het gezichtsvermogen in dit oog meestal onomkeerbaar.
Andere gezichtsproblemen bij kinderen
Andere minder vaak voorkomende aandoeningen die toch een belangrijke invloed hebben op het leven van de kinderen die eraan lijden, noemen we hieronder:
- Cataract: Gedeeltelijke of volledige ondoorzichtigheid van de kristallijne lens.
- Nystagmus (Spaanse link): Onvrijwillige heen-en-weer, ritmische en herhaalde oogbewegingen.
- Aangeboren glaucoom: Dit wordt veroorzaakt door misvormingen van het trabeculum, de ciliaire spier en de iris, die een verhoging van de intraoculaire druk veroorzaken en veranderingen in de normale structuur van het oog kunnen veroorzaken.
- Leukocoria: Dit is een klinisch teken waarbij in plaats van een zwarte pupil een witachtige pupil wordt waargenomen met een witachtige reflex op blootstelling aan licht.
- Corneaschuring: Dit is een verwonding of kras van het hoornvlies door welk voorwerp dan ook. Het herstelt meestal snel en spontaan, maar dat hangt af van de ernst van het letsel.
- Retinoblastoom: Dit is de meest voorkomende oogtumor bij kinderen.
Het is nooit te vroeg om gezichtsproblemen bij kinderen op te sporen!
Alle kinderen moeten een oftalmologische evaluatie ondergaan voordat ze naar school gaan, of zelfs eerder als het visuele probleem uitgesproken is. Hoewel de meest voorkomende gezichtsproblemen te corrigeren zijn, hebben ze een aanzienlijke psychosociale impact op kinderen. Je moet er rekening mee houden dat het aanpassingsvermogen van kinderen indrukwekkend is, dus velen zullen hun andere zintuigen ontwikkelen om te compenseren voor het zintuig dat beperkt is.
Het is belangrijk te bedenken dat wanneer er ziekten of andere gezondheidsbeperkingen zijn, dit niet alleen gevolgen heeft voor kinderen, maar ook voor hun gezinsomgeving. Zij moeten ook leren omgaan met deze aandoening om de best mogelijke ondersteuning te kunnen bieden.
Het belangrijkste punt is het vroegtijdig opsporen en corrigeren van visuele problemen. Daarnaast kan vroege stimulatie (Spaanse link) van kinderen met een visuele beperking worden toegevoegd om ervoor te zorgen dat hun ontwikkeling zo adequaat mogelijk verloopt.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Salt A and Sargent J. Common visual problems in children with disability. Arch Dis Child. 2014 Dec; 99(12): 1163–1168.
- Garzón-Rodríguez MC et al. Causas de la baja visión en los niños: revisión sistémica. Archivos de la Sociedad Española de Oftalmología. July 2022. doi: https://doi.org/10.1016/j.oftal.2022.06.004
- Khazaeni LM. Estrabismo. MSD Manuals. [Última actualización: feb 2022; citado: 7 septiembre 2022].
- Moguel-Acheita S. Nistagmo en niños: alternativas de tratamiento (Primera de dos partes). Revista Mexicana de Pediatría. 2012:79(5);240-243.
- Rosello A et al. Estimulación temprana en niños con baja visión. Revista Habanera de Ciencias Médicas 2013;12(4):659-670