Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD)
Attention Deficit Disorder, met of zonder hyperactiviteit (ADHD), is een van de meest controversiële aandoeningen van onze tijd. Gezien de heterogeniteit van het syndroom, beschouwen velen het als een eenduidige diagnose voor problematische kinderen.
Bovendien ontbreekt het aan gemeenschappelijke criteria binnen de wetenschappelijke gemeenschap om een duidelijke diagnose te stellen. De huidige medicatie garandeert geen oplossing, omdat de oorsprong of oorzaak van de aandoening onduidelijk is.
Behandeling, afgeleid van amfetaminen of medicijnen die bekend staan als stimulerende middelen, zoals Ritalin, werken uiteindelijk als tijdelijke middelen om de symptomen te verhullen. Dit alles leidt ertoe dat velen daarom de vraag stellen: is ADHD een feit, of is het fictie?
De historische evolutie van ADHD: van realiteit tot mythe
Attention Deficit Hyperactivity Disorder en hyperactiviteit
De oorsprong van de studie van deze aandoening gaat terug tot de eerste helft van de 20e eeuw. In deze periode hebben verschillende leden van de wetenschappelijke gemeenschap namelijk geprobeerd om de aandoening te beschrijven en te classificeren.
Ze groepeerden kinderen die moeite hadden om zich te concentreren, rusteloos, prikkelbaar en impulsief waren. Ze bestempelden de aandoening als Minimal Brain Dysfunction of Postencephalotic Behavior Disorder, hoewel de individuen nooit een hersenbeschadiging hadden opgelopen.
De eerste verschijning van ADHD in de DSM
In 1968 verscheen de Attention Deficit Disorder voor het eerst onder een andere naam in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM).
Hyperkinetische kinderziekte werd er dankzij Leon Eisenberg, een Amerikaanse arts en specialist in kinder- en jeugdpsychiatrie, in opgenomen. Hij overtuigde de wetenschappelijke gemeenschap en de wereld dat de beschreven symptomen een genetische oorzaak hadden.
Jaren later, in 2009, zou hij deze bewering in een interview voor het Duitse tijdschrift Des Spiegel weerleggen. Hij wees op een buitensporige diagnose van deze aandoening, gezien het grote aantal gedetecteerde gevallen.
Veranderingen in de stoornis
In de jaren tachtig was de term die in de DSM-II voorkwam aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit. Pas in de jaren negentig zou de classificatie worden onderverdeeld in de drie huidige subtypen namelijk: onoplettend type, hyperactief-impulsief type, combinatietype.
Gedurende bijna een eeuw van evolutie onderging het concept van ADHD meerdere veranderingen, en niet altijd in dezelfde richting. De symptomen van hyperactiviteit waren niet altijd aan Attention Deficit Disorder gekoppeld.
ADHD is daarom een concept dat verschillende psychiatrische stoornissen bij zuigelingen, adolescenten en volwassenen omvat. De deskundigheid van een professional is nodig om een juiste diagnose te stellen.
Wetenschappelijk bewijs van het bestaan van ADHD
Professor Marino Pérez Álvarez, specialist in psychotherapie en interventietechnieken aan de Universiteit van Oviedo (Spanje), was co-auteur van een interessant boek over dit onderwerp.
De titel van het boek is Volviendo a la Normalidad: la invención del TDAH y del Trastorno bipolar infantil, of in het Nederlands ‘Terug naar normaal: De fabricatie van ADHD en Bipolaire stoornis bij Kinderen.’
Het boek staat vol met wetenschappelijke referenties en bewijzen die de Attention Deficit Disorder ontmantelen. Een deel van dit bewijs is bijvoorbeeld de afwezigheid van een hersenbiomarker die het bestaan van de stoornis aantoont.
De auteur wijst ook op de verklaring die Eisenberg zelf, de ‘vader’ van ADHD, kort voor zijn dood maakte. In een interview herkende Eisenberg het probleem van de patholisatie en buitensporige diagnose van infantiel gedrag.
Volgens zijn boek heeft de combinatie van symptomen die ADHD omvat meer met gedragsproblemen te maken dan met een klinisch profiel. Bovendien vestigt Marino Pérez Álvarez de aandacht op een onmiskenbare waarheid.
Farmaceutische bedrijven hebben een zeer winstgevende onderneming rond de behoeften van getroffen families gecreëerd. Alleen al in 2017 schatte de belangrijkste producent van medicijnen voor ADHD de winst op ongeveer 1,2 miljard dollar.
Dus, is ADHD feit of fictie?
Het is onmogelijk om een definitief antwoord op die vraag te geven. Als ouders moeten we echter op zijn minst twijfelen aan het bestaan ervan, gezien de hoge incidentie onder de kinderbevolking. Naar schatting 6,4 miljoen kinderen tussen de 4 en 17 jaar in de Verenigde Staten, en het aantal groeit.
Volgens de ADHD World Federation is “ADHD een zeer erfelijke psychiatrische aandoening die bij kinderen begint, en die wordt gekenmerkt door voor de leeftijd ongeschikte niveaus van de belangrijkste symptomen onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit.”
De federatie zegt verder: “Recente wetenschappelijke studies naar ADHD onthullen biologische onderbouwing zoals meerdere genetische factoren, ADHD-gerelateerde verschillen in hersenstructuur en -functie, evenals veranderingen in neurotransmittercomponenten...”
Misschien heeft de wetenschappelijke gemeenschap meer tijd nodig om te bewijzen of ADHD feit of fictie is. Misschien heeft de wereld een tekort aan geduld. Het ritme van ons leven is namelijk stressvol en de moeilijkheden om ons werk en ons persoonlijke leven te combineren worden steeds groter.
Dit alles betekent dat we minder tijd dan ooit aan onze kinderen kunnen besteden. Dit alles gezegd hebbende, als je vermoedt dat je kind problemen heeft, twijfel dan niet om een vertrouwde professional te zien.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Guerrero Tomás, Rafael. (2016). Trastorno por Déficit de Atención: entre la patología y la normalidad. Barcelona: Timun mas.
- Pérez Álvarez, Mariano. (2014). Volviendo a la normalidad: la invención del TDAH y el trastorno bipolar infantil. Alianza Editorial.