De wetenschap toont aan dat baby's altruïstisch zijn
Altruïsme is zeker een wenselijke eigenschap in ieder mens. We vinden het allemaal prettig om omringd te zijn door attente, zorgzame en behulpzame mensen. En, hoewel opvoeding en de waarden die we onze kinderen bijbrengen ongetwijfeld een rol spelen, heeft de wetenschap aangetoond dat baby’s van nature altruïstisch zijn.
Als we het over oudere kinderen of volwassenen hebben, wordt altruïsme bemiddeld door het socialisatieproces. Dat wil zeggen, we helpen vaak om erkenning te krijgen of om een positieve reputatie op te bouwen.
Maar bij zuigelingen is zo’n redenering nog niet op gang gekomen. En toch is uit verschillende experimenten gebleken dat zuigelingen helpen zonder er iets voor terug te verwachten, zelfs als dat wat persoonlijke kosten met zich meebrengt.
De wetenschap bewijst dat baby’s altruïstisch zijn
Twee psychologen, Michael Tomasello en Felix Warneken, zetten een experiment (Engelse link) op om te testen of mensen van nature goed zijn.
Ze kozen een steekproef van kinderen van 14 tot 18 maanden die, vanwege hun leeftijd, nog niet formeel gesocialiseerd waren. Ze plaatsten de kleintjes in een kamer waarin opnamecamera’s waren geïnstalleerd en stelden ze bloot aan verschillende situaties om hun reacties te testen.
Baby’s zijn altruïstisch: ze werken samen
Er werden verschillende situaties gecreëerd waarin de volwassene de medewerking van het kind nodig had om zijn doel te bereiken. Zo toont men een buis met een handvat aan elk uiteinde; de volwassene pakt een van de zijkanten vast en probeert te trekken. Het kind, dat beseft dat aan de andere kant iemand nodig is om hetzelfde te doen, komt snel zijn deel doen.
Baby’s helpen zonder iets terug te verwachten
De bereidheid van de kinderen om samen te werken om een gezamenlijk doel te bereiken was duidelijk. Maar zullen ze ook helpen als het om het individuele doel van iemand anders gaat? Om dit te testen werden verschillende scenario’s gemaakt waarin een volwassene in de problemen bleek te zitten. Bijvoorbeeld:
- Een man draagt een paar boeken in zijn handen en gaat naar een kast om ze op te bergen. Hij toont zijn voornemen de boeken in de kast te zetten, maar slaagt daar niet in. De deuren zijn namelijk gesloten. Geconfronteerd met dit tafereel, staan de meeste kleintjes spontaan op en openen de kastdeuren voor de man.
- Iemand hangt een kledingstuk aan een waslijn en een van de knijpers valt eraf. Hij doet alsof hij ernaar reikt maar slaagt er niet in de knijper te pakken. De baby’s schieten hem snel te hulp door de wasknijper van de grond op te rapen en hem aan te bieden.
- Hetzelfde gebeurt wanneer een vrouw in een schrift probeert te schrijven, maar de pen niet kan bereiken. En wanneer een man de lepel laat vallen waarmee hij in zijn drankje roert. Kinderen schieten zonder aarzelen te hulp en reiken naar de voorwerpen die ze nodig hebben.
Het is belangrijk te benadrukken dat tijdens deze experimenten stilte heerst. De experimenteerders gebruiken geen woorden en maken alleen grimassen en gebaren om uit te drukken wat er met hen gebeurt. Met andere woorden, de kinderen krijgen geen enkel bevel of instructie om te handelen; ze doen dat uit vrije wil.
Ook krijgen ze geen lof, erkenning of beloning voor hun daden. Men ontdekte zelfs dat het gebruik van uitwendige beloningen averechts werkte. Het ondermijnde zelfs de natuurlijke neiging van zuigelingen om te helpen.
Baby’s zijn altruïstisch, ook als dit ten koste van henzelf gaat
Een andere studie (Engelse link) wilde verder gaan en testen of peuters bereid zouden zijn te helpen, ook als dat ten koste van henzelf zou gaan. Daartoe testten ze 100 19-maanden oude peuters die te zien kregen hoe een volwassene die wat fruit ging eten het per ongeluk buiten hun bereik liet vallen.
De peuters, die de pogingen van de experimentator waarnamen om het fruit te pakken, gaven het aan hen. Dat wil zeggen, ze gaven het voedsel op (ze hadden het zelf kunnen opeten) om het aan de persoon te geven die liet merken dat hij het wilde hebben. En dit gebeurde zelfs wanneer het experiment werd uitgevoerd tijdens de uren dat de zuigelingen het hongerigst waren, omdat ze al geruime tijd niet gegeten hadden.
In de laatste situatie kozen minder peuters er echter voor het fruit aan de experimentator te geven. Maar zelfs dan vertoonde een aanzienlijke groep van hen dit altruïstische gedrag.
Kortom, de studies tonen aan dat baby’s van nature bereid zijn samen te werken en te helpen, zonder er iets mee te winnen en zelfs ten nadele van henzelf.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Warneken, F., & Tomasello, M. (2009). The roots of human altruism. British Journal of Psychology, 100(3), 455-471.
- Cortés, R., Brooks, R., & Meltzoff, A. N. (2020). Altruistic food sharing behavior by human infants after a hunger manipulation. Scientific reports, 10(1), 1-9.