3 technieken voor betere zelfbeheersing bij kinderen
In dit artikel stellen we drie technieken voor die je kunt gebruiken om de zelfbeheersing bij kinderen te verbeteren. Zelfbeheersing bij kinderen is het vermogen om hun gedrag goed te sturen, hun emoties, gevoelens en gedachten te beheersen.
In hun eerste levensjaren, tijdens hun kinderfase, moeten kleintjes dit vermogen echter nog ontwikkelen. Ze moeten het daarom leren, eraan werken en het oefenen door middel van bepaalde oefeningen.
De technieken en activiteiten die je hieronder zult ontdekken, kunnen zowel bij hun gezin als op school van pas komen. Dit is geweldig, omdat dit de contexten zijn waar kinderen het meest leren.
“Zelfbeheersing is kracht. Juiste gedachte is meesterschap. Kalmte is macht.”
– James Allen –
3 technieken voor het verbeteren van zelfbeheersing bij kinderen
De stoplichttechniek voor het verbeteren van zelfbeheersing bij kinderen
De stoplichttechniek helpt kleintjes om hun eigen negatieve impulsen, gedrag en emoties te begrijpen en ermee om te gaan. Met behulp van het symbool van een verkeerslicht, leert deze techniek kinderen om adequate oplossingen in de praktijk te brengen in verschillende situaties waarbij ze de neiging hebben om zich boos of gefrustreerd te voelen.
In deze zin kunnen kinderen zich de kleuren van het stoplicht herinneren als ze zich in een van deze situaties bevinden. Elke kleur komt als volgt overeen met een specifieke actie:
- Rood: stop alles en neem een moment om diep adem te halen en te kalmeren.
- Geel-oranje: denk na over mogelijke alternatieven.
- Groen: onderneem actie en voer de beste oplossing uit.
Zoals je ziet is het proces eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen voor de kleintjes. Door het in de praktijk te brengen, leren kinderen de sensaties te identificeren die aan een impulsief gedrag voorafgaan en leren ze zichzelf te kalmeren. Op hun beurt slagen ze erin om hun conflicten op een bevredigende manier op te lossen en adequaat te handelen.
Tot slot kun je een spel met kinderen spelen om hun begrip van de techniek echt te testen en te versterken. Je kunt actie ondernemen en verschillende potentiële situaties bespreken waarin ze hun toevlucht moeten nemen tot de techniek en zien hoe ze zouden reageren.
Identificeren wat goed en wat fout is
In deze oefening werken kinderen aan het reguleren van hun gedrag op basis van hun kennis van welk gedrag aanvaardbaar is en welk gedrag ongepast is. Om de oefening in de praktijk te brengen, moeten kinderen een reeks pictogrammen observeren die een verscheidenheid aan gedrag weergeven, zowel goed als slecht.
Vervolgens moeten de kleintjes van elk pictogram dat ze waarnemen de betekenis beschrijven. Als de betekenis voor hen moeilijk te interpreteren is, dan kun je ze helpen. Tot slot kun je ze vragen om de pictogrammen (of gedragingen) als volgt te verdelen:
- Op een groen stuk posterboard moeten ze het gedrag plaatsen dat ze als acceptabel beschouwen.
- Op een rood stuk posterboard moeten ze het gedrag plaatsen dat ze als onaanvaardbaar beschouwen.
“Uiteindelijk is de enige macht waarnaar de mens zou moeten streven, die welke hij over zichzelf uitoefent.”
– Elie Wiesel –
Als… dan… oefening
De als… dan… oefening verhoogt de zelfbeheersing bij kinderen door hen te helpen reflecteren. Hier denken ze na over hoe ze zouden handelen tegenover een reeks hypothetische situaties.
Hiertoe ontvangen kinderen een vel papier waar ze een tabel met twee kolommen kunnen observeren. Boven aan de eerste kolom verschijnt het woord ‘als’. Bovenaan de tweede kolom verschijnt het woord ‘dan’.
In de kolom onder ‘als’ plaatsen kinderen afbeeldingen die situaties voorstellen die:
- Een conflict vertegenwoordigen.
- Frustrerend zijn.
- Angst en stress veroorzaken.
- Verveling of vermoeidheid veroorzaken.
Vervolgens observeren kinderen een reeks verschillende pictogrammen: een moeder, een vader, een leraar en de acties van ademen, spreken, denken, sorry zeggen, enz.
Kinderen moeten de pictogrammen selecteren die zij nodig achten om op de situatie in kwestie te reageren. Nadat ze hun selectie hebben gemaakt, plaatsen ze de gekozen pictogrammen in de kolom ‘dan’, in de volgorde waarin ze elk moeten uitvoeren.
Het gedeelte ‘als’ kan bijvoorbeeld een kind laten zien dat hij zich gefrustreerd voelt, omdat hij zijn huiswerk niet af kan maken.
Dus in de kolom ‘dan’ kunnen kinderen de volgende pictogrammen in volgorde plaatsen: ademen, denken, het de leraar vertellen. Op die manier leren ze situaties op een theoretische manier te domineren en kunnen ze dit later met succes toepassen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Marcos, J. M. (19 de septiembre de 2015). Aprendo lo que está bien y lo que está mal” para autorregular mi conducta. [Entrada en un Blog]. Informática para Educación Especial. Recuperado de: http://informaticaparaeducacionespecial.blogspot.com.es/2015/09/aprendo-lo-que-esta-bien-y-lo-que-esta.html
- Sierra-Cuadrillero, O. (2013). Técnica del semáforo [Entrada en un Blog]. Atendiendo Necesidades. Recuperado de: http://atendiendonecesidades.blogspot.com.es/2013/04/tecnica-del-semaforo.html