Hyperactieve kinderen: hoe en wanneer wordt ADHD vastgesteld?

Hyperactieve kinderen: hoe en wanneer wordt ADHD vastgesteld?

Laatste update: 07 augustus, 2018

Hyperactiviteit is een gedragsstoornis die vaak bij kinderen wordt vastgesteld. Hyperactieve kinderen hebben moeite om stil te zitten. Dit betekent dat ze vaak aan een taak beginnen zonder deze af te maken. Bovendien worden ze heel gemakkelijk afgeleid.

Dit gedrag verergert vaak wanneer er andere mensen in de buurt zijn, vooral wanneer het vreemden of kennissen zijn die het kind niet zo goed kent. Wanneer kinderen alleen zijn kan het hyperactieve gedrag echter vaak afnemen.

In het algemeen hebben hyperactieve kinderen moeite om zich te concentreren en aandachtig te blijven. Samen staan deze symptomen ook bekend als Attention Deficit Hyperactive Disorder of ‘ADHD’.

Het is vaak moeilijk om deze aandoening vast te stellen. Daarom is het belangrijk dat ouders de meest voorkomende signalen kunnen herkennen. Indien je deze symptomen bij je kind herkent, moet je het misschien overwegen om wat extra testen te laten uitvoeren.

Hoe hyperactieve kinderen zich gedragen

Een van de dominantste eigenschappen van hyperactieve kinderen is dat ze zich niet kunnen concentreren. Hyperactieve kinderen:

  • Zijn vaak zeer storend of vernielzuchtig. Probeer echter om hen niet te straffen.
  • Lijken altijd zenuwachtig en rusteloos.
  • Komen vaak in de problemen op school.
  • Zijn impulsief en ongehoorzaam.
  • Kunnen niet om met frustratie.
  • Hebben moeite om zich te concentreren.
  • Kunnen zich niet op activiteiten focussen.
  • Vertonen storend gedrag.
  • Zijn impulsief.
Hyperactieve kinderen in een kruiwagen

De oorzaken van hyperactiviteit

Hyperactiviteit bij kinderen komt veel vaker voor dan je denkt. Volgens sommige studies lijdt 3 procent van alle kinderen onder 7 jaar hieraan. Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

De wetenschap is na verloop van tijd anders beginnen te denken over de oorzaken van hyperactief gedrag. In het begin van de 20ste eeuw werd hyperactiviteit toegeschreven aan een storing van de hersenen. Toen noemde men dit lethargische encefalitis.

Men dacht dat dit invloed had op de delen van de hersenen die het gedrag sturen. Hierdoor werd het kind hyperactief, impulsief en kon het niet stil blijven zitten.

In 1937 ontdekten wetenschappers de therapeutische effecten van amfetamines op hyperactieve kinderen. Door zich te baseren op deze theorie schreven artsen bepaalde geneesmiddelen zoals benzedrine voor. Deze geneesmiddelen stimuleren de hersenen en dit leidde tot goede resultaten bij de patiënten.

Signalen van hyperactiviteit per leeftijdsgroep

Naarmate kinderen ouder worden, beginnen ze andere gedragspatronen te ontwikkelen en hier kan hyperactiviteit deel van uitmaken. Gelukkig is hyperactief gedrag vrij gemakkelijk te herkennen. Zo zijn er op jonge leeftijd reeds allerlei zaken waar een arts op kan letten om al dan niet hyperactiviteit vast te stellen.

0 tot 2 jaar

  • Myoclonische aanvallen tijdens het slapen en problemen om te eten.
  • Slecht slapen en ook vaak wakker worden.
  • Op deze leeftijd hebben kinderen het vaak moeilijk met de dagelijkse routines.
  • Daarnaast zijn ze prikkelbaar en extreem gevoelig voor auditieve prikkels.

2 tot 3 jaar

  • Een gebrek aan spraakontwikkeling.
  • Veel uitbundige bewegingen.
  • Geen risicobesef. Het is heel moeilijk om te beslissen of iets al dan niet gevaarlijk is. Hierdoor is het mogelijk dat je kind veel ongelukjes heeft.

4 tot 5 jaar

  • Moeite om met andere kinderen in contact te treden.
  • Ongehoorzaamheid en zich niet aan regels kunnen houden.
  • Bovendien hebben ze moeite om aandachtig te blijven wanneer volwassenen hen hierover aanspreken.

6 jaar en ouder

  • Enkele van de eigenschappen van hyperactief gedrag in deze leeftijdsklasse zijn impulsiviteit en slechte resultaten op school. Hierdoor wordt ADHD rond deze leeftijd vaak duidelijker.
  • Daarnaast hebben deze kinderen het vaak moeilijk om met andere mensen om te gaan.

Symptomen van kinderen met ADHD

Soms wordt hyperactiviteit vastgesteld samen met een aandachtstoornis en impulsiviteit. Het is dan mogelijk dat artsen de diagnose stellen van Attention Deficit Hyperactive Disorder (ADHD). Dit is een medische aandoening die voortdurend begeleiding en behandeling behoeft.

Zoals reeds hierboven vermeld zijn de belangrijkste symptomen van ADHD:

  • Moeite om aandachtig te blijven
  • Hyperactiviteit
  • Impulsiviteit

Niet alle hyperactieve kinderen hebben ADHD

Een of meerdere van deze gedragspatronen kunnen bij veel kinderen worden vastgesteld. Dit betekent echter niet dat ze daarom allemaal aan ADHD lijden.

Kleine kinderen zijn van nature uit impulsief en rusteloos. Bovendien hebben veel kleintjes het moeilijk om zich op een taak te concentreren. Dit is tot bepaalde hoogte niet meer dan normaal.

Hyperactieve kinderen: concentreren op huiswerk
Voor de diagnose ADHD moet een kind aan de criteria van DSM-5 voldoen:
  • Het kind vertoont dit gedrag veel sterker dan andere kinderen.
  • Symptomen beginnen voor de leeftijd van 12 jaar.
  • Het beïnvloedt de schoolcarrière, het gezin en het sociale leven van het kind.
  • De levenskwaliteit van het kind wordt hier negatief door beïnvloed.
  • Het gedrag wordt niet veroorzaakt door een medisch probleem, een gif of een psychiatrische aandoening.

Behandeling

De meest voorkomende behandeling van ADHD is het gebruik van stimulerende middelen. Hierdoor zal het kind zich beter kunnen concentreren. Bovendien kunnen artsen nog andere medicatie voorschrijven indien er psychotische neigingen worden geconstateerd.

Psychotherapie kan helpen om beter te kunnen integreren, zowel op school als thuis. Cognitieve therapie daarentegen richt zich op oefeningen waarmee het kind zijn of haar daden kan leren plannen. Ook het verbeteren van de innerlijke dialoog wordt behandeld.

Het is belangrijk dat je je kind laat testen indien je deze symptomen regelmatig opmerkt, want mogelijk lijdt je kind aan ADHD. Het kan echter ook dat dit slechts een fase is die voorbij zal gaan.

In elk geval is het belangrijk om het gedrag te analyseren en abnormale gedragspatronen tijdig te herkennen. 


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Cerviño, O. A., Scandar, R., & Jehin, C. E. (2001). Trastorno por déficit de atención e hiperactividad. Prensa Medica Argentina.
  • González, R., Bakker, L., & Rubiales, J. (2014). Estilos parentales en niños y niñas con TDAH. Revista Latinoamericana de Ciencias Sociales, Niñez y Juventud.
  • Pascual, I. (2008). Trastornos por déficit de atención e hiperactividad (TDAH). Asociación Española de Pediatría.
  • Rodríguez Hernández, P. J., González González, I., & Manuel Gutiérrez Sola, A. (2015). El trastorno por déficit de atención e hiperactividad. Pediatria Integral.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.