Kinderen die om alles boos worden
Wanneer kinderen om alles boos worden heeft het vaak te maken met onderliggende redenen. Daarom is het belangrijk om ze speciale zorg en aandacht te geven zodat ze met deze problemen om leren gaan. Vandaag zullen we eens dieper op dit onderwerp ingaan.
Woede
Woede is volgens de psychologie één van de acht basisemoties bij mensen. Onder deze emoties bevinden zich liefde, angst, vreugde, verdriet, verrassing, schaamte en walging. Woede komt voor wanneer iemand het oneens met iemand is of niet tevreden is met een situatie.
Bij kinderen nemen emoties hen vaak helemaal over. Kinderen ervaren ze ook met veel meer intensiteit. Er is niks mis met het feit dat kinderen zich boos voelen. Er ontstaan echter wel problemen wanneer het gedrag dat voortkomt uit deze woede schadelijk of normaal wordt.
Kinderen die om alles boos worden
Als we even goed naar de momenten voor een boze actie kijken, kunnen we vaak de oorzaak achterhalen. Een onverwachte reactie, een onvervulde behoefte, een gebrek aan aandacht of affectie, jaloezie, etc… Dit zijn allemaal triggers die een boze reactie uit een kind kunnen halen.
Het is erg belangrijk in deze gevallen goed op te letten. Dit is omdat blijvende woede niet normaal en niet gezond is. Als ouder zijnde is het belangrijk dat we de persoonlijke situatie van het kind analyseren. Of we dit nou alleen doen of met de hulp van een professional, het herkennen van aspecten die dit gefrustreerde gedrag creëren zal helpen.
Wat zorgt ervoor dat een kind steeds boos wordt
Er zijn verschillende oorzaken voor constante woede, zoals bijvoorbeeld:
- Een stressvolle situatie: de geboorte van een broertje of zusje, een scheiding, het begin van een nieuw schooljaar, verwachtingen op school, etc.
- Een situatie waarin continu fysieke of psychologische mishandeling voorkomt. Deze ervaringen halen twee reacties uit kinderen: weerloosheid of aanvallend gedrag. In het laatste geval uiten kinderen de woede die ze bij de mishandeling voelen. Als gevolg zien ze dit misschien als normaal gedrag en zullen ze dit gedrag ook vertonen in andere situaties waarin ze zich bedreigd voelen.
- Mishandeling of stress dat de moeder heeft meegemaakt tijdens haar zwangerschap of in de vroege kinderjaren van het kind. Deze ervaringen zorgen ervoor dat kinderen gevoelloos reageren en anderen niet snel vertrouwen. Deze kinderen halen vaak uit in situaties waarin ze zich niet veilig voelen.
- Frustratie en woede in de familie. Kinderen leren door de mensen om hen heen te imiteren. Wanneer familieleden woede en gefrustreerd gedrag tonen, zullen kinderen leren om hetzelfde te doen. Ze zullen vervolgens denken dat dit een normale reactie is in situaties waarin ze zich oncomfortabel voelen.
Voor het welzijn van deze kinderen is het erg belangrijk dat ouders erachter komen waarom ze boos worden. En natuurlijk is het dan essentieel om actie te ondernemen zodat de situatie veranderd kan worden.
Hoe help je kinderen die om alles boos worden
Om in te grijpen moeten alle omgevingen van het kind samenwerken. Hieronder vallen het gezin en de school van het kind. Beide moeten samenwerken om op een bepaalde manier te reageren en een strategie te bedenken zodat ze het kind kunnen helpen zijn of haar problemen op te lossen. We raden vooral het volgende aan:
- Houd een rustige en respectvolle houding aan. Laat kinderen bijvoorbeeld een alternatieve manier zien om te reageren. Als je boos reageert zal je kind alleen maar bozer worden.
- Toon interesse in het kind, zijn emoties en zijn interpretatie van de situatie. Dit staat ons toe om het gedrag beter te begrijpen en misschien zal zelfs de oorzaak duidelijk worden. Daarnaast komen we er zo achter hoe we het kind effectief kunnen helpen.
- Laat het kind gezondere en meer respectvolle manieren zien om te reageren en moedig hem of haar aan om deze over te nemen. Hieronder vallen adem- en ontspanningsoefeningen, objecten kiezen waarop ze hun woede kunnen uiten, etc. Je kan ook verhalen lezen die het probleem aankaarten.
- Stel duidelijke grenzen. Het is oké dat kinderen hun woede uiten, maar het is niet oké om anderen pijn te doen of spullen stuk te maken.
Nog een paar oplossingen
- Verbeter het emotionele zelfbewustzijn van het kind. Wanneer kinderen reageren zonder boos te worden, is het erg belangrijk om dit gedrag te belonen. Moedig ze aan om erover na te denken hoe ze zich voelen in vergelijking met wanneer ze boos zijn.
- Observeer welke situaties voor boze reacties zorgen en probeer ze zo veel mogelijk te voorkomen. Bied het kind alternatieven aan wanneer ze wel boos worden. Langzamerhand zal hij of zij deze nieuwe reacties leren te gebruiken.
- Moedig de empathie van het kind aan. In de gevallen waarin kinderen hun woede uiten door anderen pijn te doen, is het leren van empathie erg belangrijk. Deze kinderen moeten erachter komen hoe hun woede invloed heeft op anderen. Je kan bijvoorbeeld vragen: “Hoe denk je dat X zich nu voelt?” en “Ben je blij als je hem/haar zo ziet?”
Conclusie
Ingrijpen wanneer kinderen om alles boos worden is essentieel. Dit is niet alleen belangrijk zodat kinderen leren zich aan te passen aan hun omgeving. Het brengt ook rust aan het gezin, de docenten en de klasgenoten. Daarnaast helpt het bij het voorkomen van problemen op de lange termijn die te maken hebben met het gebrek aan aanpassing op emotioneel en sociaal vlak.
Door de juiste aanpak te gebruiken verkrijgen kinderen gezonde middelen die hun helpen met het in bedwang houden van hun emoties. Daarnaast leert het ze om betere manieren te vinden om problemen op te lossen. Wanneer ze gefrustreerd raken, is woede niet meer een automatische reactie. Dit is erg voordelig voor hun mentale gezondheid.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Gutman, Laura. (2008): Crianza. Violencias invisibles y adicciones. Barcelona. Integral
- Serrano Hortelano Xavier. (2011): Profundizando en el Diván Reichiano. La Vegetoterapia en la Psicoterapia Caracterioanalítica. Madrid. Biblioteca Nueva