Nomofobie bij tieners - wat moet je hierover weten?

Ouders moeten letten op de tekenen dat hun tiener lijdt aan deze aandoening van de 21st eeuw. Ontdek hieronder meer.
Nomofobie bij tieners - wat moet je hierover weten?

Laatste update: 18 juni, 2019

Nomofobie is een nieuwe term die gebruikt wordt om een hedendaags fenomeen aan te duiden. Het staat voor de irrationele angst die veel jonge mensen voelen wanneer ze geen toegang hebben tot hun mobiele telefoon of tot het internet.

Tieners zijn het meest vatbaar voor deze aandoening, maar iedereen kan er last van krijgen. Iedereen staat tegenwoordig immers met alles en iedereen in verbinding.

Dit is in elk geval een zorgwekkende kwestie. Deskundigen proberen therapieën te ontwikkelen om dit gedrag te verhelpen, want dit kan ernstige gevolgen hebben voor de mentale gezondheid van het individu.

Hoe herken je nomofobie?

Ben je de ouder van een tiener die het niet kan laten om naar zijn of haar mobieltje te kijken? Is je kind bang om gescheiden te worden van zijn of haar toestel? Wil je kind voortdurend aanwezig zijn op sociale media? Dan bestaat de kans dat je kind aan nomofobie lijdt.

De leeftijdsgroep die het meest risico loopt op deze aandoening is tussen 12 en 23 jaar.

Deze generatie werd geboren in een tijdperk waar mobieltjes reeds de normaalste zaak van de wereld waren. Het is dus vanzelfsprekend dat ze zich geen leven kunnen inbeelden zonder hun smartphone.

Nomofobie: Iphone
Het zijn vooral adolescenten die vatbaar zijn voor deze aandoening. Vaak zien zij hun mobieltje immers als een verlengstuk van hun persoonlijkheid.

Ze zijn geobsedeerd door de batterijduur en worden al nerveus door alleen maar te denken aan de mogelijkheid dat ze hun mobieltje niet meer kunnen gebruiken.

Symptomen van nomofobie bij tieners

Ouders moeten in het bijzonder aandacht schenken aan de gedragspatronen van tieners. Bovendien moeten ze proberen om raad te geven wanneer nomofobie een probleem dreigt te worden.

Hiervoor moet ouders echter de symptomen kunnen herkennen die erop wijzen dat de tiener het gebruik van het mobieltje niet langer onder controle heeft:

  • Wanneer een ouder het gebruik van het mobieltje als straf beperkt of verbiedt, raakt de tiener gefrustreerd of zelfs wanhopig.
  • Tieners met nomofobie kunnen kwaad worden wanneer ze zien dat de wifi-verbinding of het mobiele signaal wegvalt.
  • Onbeheerst gedrag wanneer de batterij leeg is of niet opgeladen kan worden.
  • Ze controleren hun mobieltje dwangmatig op berichtjes, meldingen op sociale media en dergelijke.
  • Ze schakelen hun telefoon niet uit om te gaan slapen of slapen met het toestel naast hen.
  • Deze tieners kunnen niet meer genieten van vrije tijd zonder hun mobieltje.

Wie loopt er het meeste risico?

Onderzoekers denken dat tot 70% van alle jonge mensen verslaafd is aan hun mobiele toestel.

Nomofobie komt het vaakst voor tijdens de tienerjaren. In deze periode zoeken jonge mensen aanvaarding bij sociale groepen. Ze willen niets liever dan het gevoel hebben dat ze erbij horen.

Deskundigen zeggen dat meisjes en jonge vrouwen vaker lijden aan nomofobie dan jongens en mannen.

De reden hiervoor is omdat tienermeisjes sterke vriendschapsbanden vormen via de telefoon.

De gevaren van nomofobie

Nomofobie bij tieners zorgt ervoor dat het mobiele toestel een centrale rol vervult in het leven.

Psychologen waarschuwen dat dit ertoe kan leiden dat jonge mensen zogenaamde ‘vloeibare relaties’ ontwikkelen. Jonge mensen drukken zich dan uitsluitend nog uit via berichtjes en emoticons.

Wat betreft de menselijke interactie zijn dergelijke berichten een zwak vervangmiddel voor echt persoonlijk contact.

Afhankelijk zijn van een mobieltje zorgt ervoor dat contact met andere mensen voor deze tieners heel moeilijk wordt.

De gevolgen van afhankelijk zijn aan je mobieltje

Een irreële angst voor gescheiden worden van een mobiel toestel kan tieners vatbaar maken voor:

  • Een verslaving aan mobieltjes die moeilijk te beheersen is.
  • Slapeloosheid door voortdurend het mobieltje te controleren op berichten. Dit verstoort het normale slaappatroon.
  • Zich voortdurend angstig voelen.
  • Slechte prestaties op school.
  • Verminderd zelfvertrouwen.
  • Alle activiteiten die niets te maken hebben met het mobieltje lijken saai.
  • Jonge mensen krijgen problemen om sociaal te zijn en relaties op te bouwen.
Nomofobie: tiener

5 tips om met nomofobie om te gaan

Het beste is in elk geval om een specialist te raadplegen. Ouders en kinderen kunnen echter ook samen moeite doen om de afhankelijkheid aan het mobieltje aan te pakken:

  1. Probeer de telefoon niet aan te raken wanneer je thuis bent. Laat het toestel daarom bijvoorbeeld in een andere kamer.
  2. Schakel de telefoon ‘s nachts uit en leg het op een andere plaats dan in de slaapkamer.
  3. Probeer eens om het huis te verlaten zonder telefoon. Zo kan je wennen aan het gevoel om je mobieltje niet altijd bij je te dragen.
  4. Wis apps van je telefoon die voortdurend aandacht vereisen. Dit kunnen mobiele spelletjes of verslavende sociale netwerken zijn.
  5. Probeer een dataplan uit met minder mobiele data zodat je gedwongen wordt om je telefoon minder vaak te gebruiken.
  6. Als dit allemaal moeilijk is dan kun je voor een applicatie kiezen die je kan ondersteunen. Er zijn apps ontwikkeld met als doel om je aan te moedigen om taken te doen zonder je telefoon. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een boom die groeit wanneer je je mobieltje 15, 30 of 60 minuten lang niet gebruikt. Hoe meer bomen in je virtuele tuin, hoe beter natuurlijk.

Nomofobie is een technologische aandoening. Het goede nieuws is dat het kan worden genezen.

Met toewijding, geduld en wilskracht kunnen tieners hun verslaving overwinnen voordat het een ernstig probleem wordt.

Zorgverleners kunnen speciale therapieën aanbevelen om bepaald gedrag te corrigeren en deze angststoornis doeltreffend aan te pakken.

Technologie is een fantastisch hulpmiddel, maar het is aan ons om het goed te gebruiken. Dit betekent dat het ons leven niet mag overheersen en dat we er niet afhankelijk van mogen worden. 


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Aguirre, A. P. (2013). Nomofobia: la pandemia del siglo XXI. Revista de Salud Mental.
  • Barrios-Borjas, D. A., Bejar-Ramos, V. A., & Cauchos-Mora, V. S. (2017). Uso excesivo de Smartphones/teléfonos celulares: Phubbing y Nomofobia. Revista chilena de neuro-psiquiatría, 55(3), 205-206. https://scielo.conicyt.cl/scielo.php?pid=S0717-92272017000300205&script=sci_arttext&tlng=en
  • Martínez, L. (2014). ¿Qué es la nomofobia? Muy Interesante.
  • Martínez, V. G. (2014). Nomofilia Vs. Nomofobia, Irrupción Del Teléfono Móvil En Las Dimensiones De Vida De Los Jóvenes. Un Tema Pendiente Para Los Estudios En Comunicación| Nomofobia Vs. Nomofobia, Disturbing Mobile Phone in the dimensions of life of young people. A pending issue for Studies in Communication. Razón y palabra, 18(1_86), 682-696. http://revistarazonypalabra.org/index.php/ryp/article/view/338
  • Olivares, P. (2014). Nomofobia: esclavos del móvil. Efesalud.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.