Wanneer moet je kind stoppen met het gebruik van luiers?
Kinderen ontwikkelen zich in fases. Laten we het vandaag hebben over het stadium waarin je kind moet stoppen met het gebruik van luiers.
Zindelijkheidstraining is een van de belangrijkste uitdagingen (en prestaties) waar onze kinderen de eerste jaren van hun leven mee te maken krijgen.
Zowel ouders als kinderen moeten betrokken zijn bij het proces van zindelijkheidstraining. Het belangrijkste is echter om het op het juiste moment te doen.
Waarom is zindelijkheidstraining zo belangrijk?
Luiers zijn het voorwerp dat je baby het meest gebruikt. Het is het eerste artikel dat na de geboorte wordt gebruikt. We zouden zelfs kunnen zeggen dat de veiligheid van kinderen rond dit ‘nieuwe lichaamsdeel’ is gevormd.
Het kan behoorlijk moeilijk zijn om ze te laten stoppen met het gebruik van luiers. Vooral als ze in de verkeerde ontwikkelingsfase zitten.
Zodra het de training begint, krijgt het kind veel meer zelfstandigheid. Ook de kennis van het eigen lichaam en zijn functioneren neemt toe.
Zindelijkheidstraining leidt je kind naar een nieuwe fase in zijn sociale en emotionele ontwikkeling. Hij zal een voorwerp verliezen dat hem ooit een veilig gevoel gaf, maar hij zal ook een nieuw gevoel van vrijheid krijgen.
Wanneer moet je stoppen met het gebruik van luiers?
De ontwikkeling van kinderen is een voortdurend veranderend proces. Weet dat ouders grote veranderingen kunnen veroorzaken zonder rekening te houden met de gevolgen.
Zonder het ons te realiseren, zouden we als ouders onze kinderen kunnen helpen opgroeien, maar we kunnen ze ook schaden.
We weten soms het juiste stadium niet waarin ons kind moet stoppen met het gebruik van luiers. Hierdoor kunnen we emotionele en sociale problemen veroorzaken voor onze kleintjes. Deze problemen kunnen hen achtervolgen tot ze volwassen zijn.
Om deze fase op de juiste manier te kunnen identificeren, moeten we ervoor zorgen dat het volgende is gebeurd:
- De beste tijd om zindelijkheidstraining te beginnen is tussen de 18 maanden en 2 jaar. Zolang er maar geen lichamelijke onregelmatigheden zijn.
- De peuter moet neurologische ver genoeg ontwikkelt zijn, waardoor hij zichzelf kan beheersen.
- Hij moet in staat zijn te herkennen dat zijn luier nat is of dat de textuur is veranderd.
- Hij moet kunnen opmerken dat iets ongemakkelijk is.
- Wanneer mama of papa naar de wc gaat wil hij ook naar de wc.
Hoe zie je of je kind zich in de juiste fase bevindt?
Er zijn manieren om te zien of hij zich in deze fase bevindt. Je kan proberen hem voldoende drinken te geven en een paar uur te wachten om te zien hoe hij reageert wanneer hij de drang voelen om te plassen.
Misschien geven hij je een teken zoals zijn luier aanraken, een specifieke gezichtsuitdrukking maken of op een bepaalde manier bewegen. Deze actie geeft aan dat het kind weet wat hij ervaart. Hij bevindt zich niet meer in de fase waarin het nog steeds normaal is om luiers nodig te hebben.
Als het kind zelf merkt dat hij moet plassen of poepen, dan is het een teken dat hij controle heeft over zijn blaas. Zolang hij zich hier niet bewust van is, heeft hij er geen controle over. Kinderen zouden niet gedwongen moeten worden om fasen te overwinnen waar ze nog niet aan toe zijn. Neem bijvoorbeeld de eerste fase van de controle over de blaas. Hierin geeft het kind aan dat de luier nat is. In dit geval is de drang om te plassen al voorbij.
Bij de volgende fase zal hij je vertellen dat hij aan het plassen is. Daarna waarschuwt hij je voordat het gebeurt. Als je zeker weten dat hij alle drie de fasen heeft doorstaan, is het tijd om te stoppen met het gebruik van luiers en te beginnen met zindelijkheidstraining.
Onthoud dat dit proces traag is, maar voortdurend verandert. Toon interesse, observeer de signalen die je kind je geeft en moedig hem aan met lieve woorden en gebaren. Beloon elke kleine voortuitgang om toekomstige vooruitgang te bevorderen.