Angst bij 6-jarige kinderen, hoe kun je helpen?
Bang zijn is volkomen natuurlijk bij de mens, vooral bij kinderen, die de wereld en zijn bedreigingen nog volop aan het ontdekken zijn. In dit artikel bespreken we de meest voorkomende soorten angst bij 6-jarige kinderen en hoe deze kunnen worden aangepakt.
Als een kind contact heeft met de buitenwereld en nieuwe kennis opdoet via verhalen, televisie of videogames, ervaart hij nieuwe gevoelens.
Kinderen brengen de meeste tijd thuis door met hun ouders in hun eerste 5 levensjaren. Vanaf het moment dat ze 6 jaar zijn worden kinderen meer blootgesteld aan de echte wereld en aan nieuwe ervaringen. Ze gaan op school met vrienden om, spelen in de buurt en krijgen andere voorkeuren en prioriteiten.
Ze kijken misschien graag naar enge tv-programma’s of vermoorden schurken in computerspellen. Maar ze willen in het echte leven natuurlijk geen angst voelen.
Veel voorkomende triggers van angst bij 6-jarige kinderen
Op jongere leeftijd zijn de angsten van een kind geassocieerd met de afwezigheid van hun ouders, dieren, monsters of natuurverschijnselen (bliksem bijvoorbeeld). Vanaf 6 jaar wordt het scala aan oorzaken aanzienlijk groter.
Hier is een lijst met de meest voorkomende angsten bij 6-jarige kinderen:
Dieren
Zoals we eerder zeiden, bevindt het kind zich nu in een fase waarin hij graag naar buiten gaat. Hij kan daar buiten een hond of een ander dier tegenkomen dat hem pijn doet en hem een slechte ervaring bezorgt.
Dit is de meest voorkomende oorzaak van angst voor dieren. Het kan echter ook te wijten zijn aan een gebrek aan kennis. Een kind kan bijvoorbeeld bang zijn voor katten. Totdat hij een lief katje tegen komt en ontdekt dat katten eigenlijk heel leuk zijn.
We kunnen ook denken aan insecten. Spinnen staan duidelijk op de eerste plaats. Kakkerlakken en wormen staan echter ook op de lijst.
Angst is natuurlijk en omzichtig. Weten hoe je angst moet overwinnen, is moedig zijn.
Het donker
Op deze leeftijd worden kinderen aangemoedigd om in hun eigen kamer te slapen. Bijgevolg wordt het uitdoen van het licht geassocieerd met het verschijnen van allerlei soorten kwaadaardige wezens nu het kind alleen is.
Het is een volkomen natuurlijke angst die zelfs bij volwassenen voorkomt. Wees daarom geduldig en laat ‘s avonds een lampje branden totdat je kind niet langer bang is.
Slechte mensen
Veel kinderen zijn bang voor dieven, kidnappers of andere enge mensen die je op straat tegen kunt komen.
Een zekere oplettendheid maakt dat ze op hun hoede zijn. Prima, maar een overdreven wantrouwen zonder dat de situatie dit rechtvaardigt, kan nadelig zijn.
Het is echter wel belangrijk dat je je kind leert om onder geen enkele omstandigheid te praten met vreemden als er geen bekende of ouder bij is. Zo zal hij veiliger zijn en in staat zijn om deze angst onder controle te krijgen.
Monsters
Er is geen kind in de wereld dat geen monsters vreest. Nou ja, laten we zeggen dat de overgrote meerderheid bang is voor monsters. Met hun fantasie en verbeeldingskracht in volle ontwikkeling, bedenken kinderen wezens en situaties die zowel ondenkbaar als angstaanjagend zijn.
Dit is normaal voor deze leeftijd, dus je hoeft niet gealarmeerd te zijn. Help hem gewoon kalm te blijven en beetje bij beetje zal hij eroverheen komen.
Water
Water is een andere van de gemeenschappelijke angsten bij 6-jarige kinderen. De belangrijkste reden hiervoor is dat mensen van nature op het land leven, niet in het water.
Dat is de reden waarom kinderen, die zich niet bewust zijn van de gevaren, zich onzeker voelen wanneer ze de oceaan inlopen of een zwembad ingaan. Ze kunnen zelfs bang zijn om in hun eigen badkuip te verdrinken.
Om dit soort angst te voorkomen, moet je je kind van jongs af aan wennen aan contact met water. Op deze manier weet hij dat je voor zijn veiligheid borg staat. Hij zal weten dat je veel pret kunt hebben met of zelfs in het water.
Hoe kun je een kind dat bang is, helpen?
Het belangrijkste is dat de ouders begrip hebben voor het kind en zijn angsten. Het kind moet ten allen tijde worden gehoord, begrepen en begeleid wanneer hij zich angstig voelt.
Daarnaast is het nuttig om een bepaald voorwerp van ‘kracht’ te geven, zoals een ‘toverstaf’ tegen monsters. Je kunt ook denken aan een huisdier dat hem “verdedigt en beschermt” tegen kwade wezens.
We kunnen ook een voorbeeld zijn. Wanneer dit gerechtvaardigd is, is het het beste om het kind te laten zien hoe hij met zijn angsten om kan gaan.
Wat je vooral niet moet doen
Hier volgt een lijst van dingen die we niet moeten doen als we 6-jarige kinderen willen helpen met hun angsten om te gaan:
- Hun angst onderschatten en zeggen dat ze “dapper moeten zijn” of dat “er geen reden is om bang te zijn”.
- Concessies doen wanneer hij bang is. Hij kan dat in zijn voordeel gaan gebruiken en zo misbruik van je maken onder het voorwendsel van angst.
- Griezelverhalen vertellen om een bepaald gedrag te ontmoedigen, zoals ‘s avonds op de speelplaats gaan spelen.
- Je eigen angsten overbrengen. Dit is heel gebruikelijk. Denk aan opmerkingen als: “ga weg of de boogie-man zal je pakken” terwijl het kind aan het spelen is. Zeg liever: “pas op dat je jezelf geen pijn doet”.
Geconfronteerd met deze angsten is het normaal dat een kind huilt en de bron van de angst ten koste van alles vermijdt. Als er symptomen zijn waarvan je denkt dat die overdreven zijn, raadpleeg dan een kinderpsycholoog. Het kan namelijk ook een fobie zijn voor iets in het bijzonder.
Onthoud tenslotte dat we allemaal wel ergens bang voor zijn. Wees daarom begripvol.Verplaats je in hen om hen te helpen hun angst op de beste manier te overwinnen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Ollendick, T. H.; King, N. J.; Frary, R. B. (1989). Fears in children and adolescents: Reliability and generalizability across gender, age and nationality. Behavior Research and Therapy. 27:19-26
- Pelechano, V. (1981). Miedos infantiles y terapia familiar. Valencia: Alfaplus.
- Sandín, B., & Chorot, P. (1998). Dimensiones de los miedos en niños: Estructura factorial del FSSC-R. Psiquis, 19(1), 23-32. https://www.researchgate.net/profile/Bonifacio_Sandin/publication/285732793_Dimensions_of_fears_in_children_Factor_structure_of_the_FSSC-R/links/59ad46e0458515d09ce16c65/Dimensions-of-fears-in-children-Factor-structure-of-the-FSSC-R.pdf
- Sandín, B., Chorot, P., Valiente, R. M., & Germán, M. Á. S. (1998). Frecuencia e intensidad de los miedos en los niños: Datos normativos. Revista de Psicopatología y Psicología Clínica, 3(1), 15-25. http://revistas.uned.es/index.php/RPPC/article/view/3853
- Valiente, R. M., Sandín, B., & Chorot, P. (2002). Miedos comunes en niños y adolescentes: Relación con la sensibilidad a la ansiedad, el rasgo de ansiedad, la afectividad negativa y la depresión. Revista de psicopatología y Psicología clínica, 7(1), 61-70. http://revistas.uned.es/index.php/RPPC/article/view/3922